Galante hofmuziek uit de vroege 18e eeuw van Johann David Heinichen. Uitgevoerd door Il Fondamento en Musica Antiqua Köln.
Nu in de schaduw van tijdgenoot Johann Sebastian Bach, maar in zijn tijd stond Heinichen hoog in aanzien. Mattheson had het in 1739 over ‘de drie H’s van de Duitse muziek’: Händel, Heinichen en Hasse. En Charles Burney noemde Heinichen ‘de Rameau van de Duitse muziek’.
Beginnend als leerling en assistent van Kuhnau, moedigde Krieger hem aan om voor het hof in Leipzig te componeren. In Italië werd hij door kroonprins Frederik August van Saksen geëngageerd als kapelmeester aan het hof van Dresden. Aan dat muzikaal bloeiende hof schreef Heinichen feestelijke hofmuziek, wat vergeleken met de Noord-Duitse stijl veel galanter en preklassieker klinkt, en duidelijk beinvloed is door zijn verblijf in Italië.
Johann David Heinichen (1683-1729).
1. Ouverture G Major (Seibel 205) voor 2 hobo’s, fagot, strijkers en basso continuo.
– Ouverture.
– Air.
– Bourrée Alternativ.
– Air.
– Rigadon Alternativ.
– Air Viste.
2. Concerto A Major (Seibel 228) voor hobo d’amore, strijkers en basso continuo.
– Allegro assai.
– Affettuoso.
– Allegro.
Il Fondamento olv Paul Dombrecht, hobo en hobo d’amore.
3. Concerto F-dur voor 2 fluiten, 3 hobo’s, 2 hoorns, 2 fagotten, strijkers en basso continuo.
– Allegro – Adagio – Allegro.
– Sarabande.
– Réjouissance.
– La Chasse.
– Aimable.
– Allegro.
– Tempo di Menuetto.
4. Pastorale A-dur.
Musica Antiqua Köln olv Reinhard Goebel.
5. Concerto a 7 G-Major (Seibel 214) voor 2 hobo’s, 2 violen, 2 altviolen en basso continuo.
– Vivace.
– Largo.
– Allegro.
Il Fondamento olv Paul Dombrecht.
