Jazz, blues en het kauwgomplaatjesgevoel.
Met een prachtig liefdesafscheid door Esther Philips, een vergissinkje van Frank Sinatra, Charlie Parker en ook de man over wie na de dood van Bird werd gezegd ‘The King is dead, long live the King!’: Frank Morgan, al gauw net zo verslaafd als z’n idool. Verder de zo jammerlijk door de historie uitgewiste vocaliste en pianiste Una Mae Carlisle (adept van Fats Waller), Ineke van Doorn, Wim Sonneveld die angsten doorstaat als hij met een DC-7 via de Noordpool naar Japan vliegt, en de ‘Duitse John Wayne’: de parmantige Hans Albers wiens ego zo groot was dat het door het filmdoek nauwelijks viel te bevatten.