Schatgraven in de muziekhistorie. Met trompettisten van allerlei pluimage: Mannie Klein in een hawaï-entourage, Tony Fruscella, die ooit werd gezien als ‘de Bix Beiderbecke van de moderne jazz’ en nog koeler speelde dan Miles Davis. En Blue Mitchell met z’n Sextet. Liedschrijver John Jacob Niles werd ‘the dean of the American balladeers’ genoemd. Van hem ‘Go ‘way from my window’. En een fraaie andere versie daarvan door Joan Baez. Het treurige relaas over een stervende treinzwerver door Jimmie Rodgers. Billie Holiday al tamelijk in haar nadagen, maar nog altijd meeslepend. In de Oscar-rubriek het jaar 1938. Nummers als ‘Jeepers Creepers’ en ‘Change Partners’ werden over het hoofd gezien, gewonnen werd door een song die voor altijd aan Bob Hope vastgeklonken zit. En ook nog: de onverwoestbare Rose Murphy met het ijle, komische geluid en dito pianospel in ‘Baby, baby’, uit de wereld van Space Age Pop bandleider Robert Thompson, Melody Gardot, Johnny & Jones, Mavis Rivers, Fred Astaire, Greta Keller, Oscar Aleman, en uit het Berlijn van de jaren twintig Weintraub’s Syncopators.