Juan Crisostomo de Arriaga (1806-1826) wordt wel beschouwd als de Baskische Mozart. Als amper vijftienjarige student werd hij vanuit Bilbao in Parijs onder de hoede van Cherubini en de befaamde muziektheoreticus Fétis gesteld.
Tijdens zijn studie componeerde hij onder meer drie strijkkwartetten en een symfonie. Hij stierf in 1826 door uitputting en een longontsteking, negentien jaar oud. In de Tres cuartetos para dos violines, viola y violonchelo herkennen we een jonge en bevlogen componist die het repertoire van zijn tijd goed bestudeerd moet hebben.
Vergeleken met het korte leven van Arriaga was George Onslow (1784-1853), zoon van Engelse migranten, niet alleen een lang leven beschoren, maar ook een in grote welstand, waardoor hij onbekommerd een oeuvre heeft kunnen opbouwen dat gekenmerkt wordt door een weelde aan kamermuziekwerken. Hij studeerde bij Reicha in Parijs. De Fransen claimen hem graag als ‘hun’ Beethoven, maar zijn muziek is nauwelijks door Beethoven beïnvloed. Onslow was vooral opgevoed met het Franse ‘quatuor concertant’ en met de opera, waarvan de weerslag te horen is in het Kwartet in C-gr.t. (opus 47).
Juan Crisostomo de Arriaga – Strijkkwartet nr.3, in Es-gr.t. (1823)
- Allegro, 2. Pastorale. Andantino, 3. Menuetto. Allegro, 4. Presto agitato
Uitvoerenden: Quatuor Sine Nomine
CD: Claves
George Onslow – Strijkkwartet in C-gr.t., opus 47 (1832)
- Lento-Allegro, 2. Menuetto, 3. Andante, 4. Presto
Uitvoerenden: Mandelring Quartett
CD: CPO
Juan Crisostomo de Arriaga – Strijkkwartet nr.2, in A-gr.t.
Menuetto. Scherzo (2:59)
Uitvoerenden: Quatuor Sine Nomine
CD: Claves