Door Thijs Bonger
Klassieke muziek en veldslagen lijkt geen voor de hand liggende combinatie. Maar ga je er daadwerkelijk naar op zoek dan blijkt er best veel muziek te zijn geschreven die met oorlog te maken heeft. Vanaf de 16e eeuw kennen we al muziek die probeert het slagveld te verklanken. We horen daarin opzwepende marsritmes en imitaties van fanfares. En gejuich over gewonnen veldslagen. Veel van de werken die ik noem zijn met enig zoekwerk op Youtube te vinden.
Neem nu ‘La Guerre’ uit 1515 van de invloedrijke priester/zanger Clément Janequin
(ca. 1485-1558) . Dat stuk bezingt de overwinning van François I op Zwitserse huurlingen bij Marignano. Daarin imiteert hij alle krijgsgeluiden, van trompetgeschal tot kanonvuur en het geschreeuw van de gewonden. Luister maar eens naar de versie van de King’s Singers.
William Byrd (1543-1623) – de vader van de Engelse muziek – schreef een stuk dat luistert naar de naam The Battell. Hij baseerde het waarschijnlijk op een serie van twaalf gravures van John Derricke, waarop veldslagen tussen de Engelsen en de Ieren te zien zijn. De Engelse soldaten worden opgehitst door trompetgeschal, de Ierse door doedelzakken. Byrd maakte er een vrolijk stuk van, we horen weinig terug van alle ellende en leed op het slagveld. Daarom lijkt het eerder alsof het gaat om tinnen soldaatjes. In het deeltje ‘The Trumpets’ moet de toetsenist gebruik maken van het z.g. arpichordium register. Metalen haakjes grijpen de snaren en dat zorgt voor een ‘ploink’effect. Opvallend is dat de ‘Irish March’ geschreven is in driekwartsmaat. Deed Byrd dat om aan te geven dat Ierse soldaten niet konden marcheren? Toegegeven, Byrd heeft betere werken geschreven. Maar de pianolegende Grigory Sokolov vond het blijkbaar toch belangrijk genoeg om het op zijn repertoire te zetten. Het stuk wordt vaak in combinatie gespeeld met ‘The March before the Battel’ en ‘The Galliard fort the Victory’, die harmonisch veel rijker zijn.
John Bull (1562/’63-1628) was beroemd als virginalist, organist en orgelbouwer. Maar ook berucht als oplichter, womaniser en vanwege zijn gewelddadigheid. Toen een priester hem beschuldigde van overspel sloeg hij hem in elkaar. De aartsbisschop van Canterbury omschreef hem als volgt: ‘The man hath more music than honesty and is as famous for marring virginity as he is for fingering of organs and virginals’. Bull vluchtte uiteindelijk naar de Nederlanden. Hij was bevriend met Sweelinck en werd organist van de kathedraal in Antwerpen. Ook Bull heeft muziek geschreven die met een veldslag te maken heeft: ‘ A battle and no battle’.
John Dowland (1562-1626) was als topluitspeler een tijd in dienst van het Deense hof. Hij toucheerde exorbitant hoge honoraria maar gaf al dat geld net zo makkelijk weer uit en stierf berooid. Niet alleen zijn luitmuziek maar ook zijn treurige liederen zijn beroemd. Hij schreef een stuk voor luit, getiteld ‘Round Battle Galliard’, waarin twee toonsoorten vechten om voorrang.
Uit 1673 stamt ‘La Battalia’ van de Bohemer Heinrich Biber(1644-1704) Biber stond als violist qua virtuositeit op eenzame hoogte. Hij durfde als eerste te spelen in de 6e en 7e positie. ‘La Battalia’ barst van de speciale effecten. Ruim anderhalve minuut na het begin zitten we in een oorverdovende kakofonie. Cello’s en bas worden gebruikt als percussie-instrumenten. In dit stuk was Biber zijn tijd ver vooruit. Gedeeltes staan in twee toonaarden tegelijk – dat noemen we tegenwoordig polytonaliteit. En hij paste de z.g. ‘col legno’ techniek toe. D.w.z. met het hout van de strijkstok op de snaren slaan. Hij was ook een van de eersten componisten die ‘scordatura’ voorschreef, waarbij snaren anders worden gestemd dan gebruikelijk.
In 1788 verscheen ‘De Slag om Praag’ van de Bohemer František Kocžwara, vooral bekend vanwege zijn buitenissige dood. Tijdens een bezoek aan een prostituee bond hij een strop om zijn nek en stikte tijdens de daad. Maar in dit artikel gaat het om zijn sonate, getiteld ‘The Battle of Prague’, voor fortepiano, viool, cello en trommel.
De Fransman Michel Corrette (1709-1795) was organist, componist en heeft als pedagoog een aantal boeken geschreven over instrumentbeheersing. Corrette laat op bepaalde momenten een klavecimbel vermoorden in zijn ‘Combat Naval’.
Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791) schreef in 1787 een paar patriottische werkjes die de Weners in oorlogsstemming moesten brengen voor de oorlog tegen de Turken. Een contredanse KV 535 ‘La Battaille’. Dat stukje – dat ook bekend werd als ‘Het Beleg van Belgrado’, begint lieflijk, zoals we van Mozart gewend zijn, maar wordt al gauw krijgshaftig door de trompet, de piccolo en messcherpe roffels op de snaredrum. En hij schreef een oorlogszuchtig lied KV 539 met in de begeleiding veel hoorngeschal, ook weer piccolo, en veel Turkse percussie, vooral bekkens en grote trom. De tekst van dit lied spreekt boekdelen:
Ich möchte wohl der Kaiser sein!
Den Orient wollt ich erschüttern;
Die Muselmänner mü&szlit;ten zittern,
Konstantinopel wäre mein!
Ich möchte wohl der Kaiser sein!
Ich möchte wohl der Kaiser sein!
Athen und Sparta sollten werden
Wie Rom die Königin der Erden,
das Alte sollte sich erneu’n!
Ich möchte wohl der Kaiser sein!
Ich möchte wohl der Kaiser sein!
Die besten Dichter wollt ich dingen,
Der Helden Taten zu besingen,
Die goldnen Zeiten führt ich ein!
Ich möchte wohl der Kaiser sein!
Ich möchte wohl der Kaiser sein!
Weil aber Joseph meinen Willen
Bei seinem Leben will erfüllen,
Und sich darauf die Weisen freu’n,
so mag er immer Kaiser sein!
Dus: ‘Ik wou dat ik de keizer was dan zou ik de Turken laten bibberen van angst en dan zou ik Constantinopel innemen. En onderweg even de onder de Turken zuchtende Grieken bevrijden. Maar Josef wil hetzelfde als ik en daarom mag hij altijd keizer blijven’ Nog een lied van Mozart uit die tijd: ‘Beim Auszug in das Feld’ voor tenor en piano, KV 552. Een muzikale oproep in marsritme om je te melden bij het leger. Het lied werd gepubliceerd in een tijdschrift met een naam om van te smullen: ‘Wochenblatt für Kinder zur angenehmen und lehrreichen Beschäftigung in ihren Freystunden’. We kunnen dus rustig stellen dat Mozart in oorlogstijd ruimschoots zijn patriottische duit in het zakje heeft gedaan.
Turkse muziek was sowieso al populair in Wenen. Denk maar aan Mozarts opera ‘Die Entführung aus dem Serail’ en zijn ‘Turkse Mars’. Maar vanaf 1788 werd het gebruik van percussie-instrumenten uit Turkse militaire orkesten weer extra actueel, omdat Oostenrijk en Turkije vanaf 1788 weer oorlog voerden. Als voorbereiding op zijn tweede reis naar Engeland was Joseph Haydn (1732-1809) in Wenen al begonnen aan zijn 100e symfonie, de ‘Militaire’. In Londen schreef hij het tweede deel, waarin hij effectief gebruik maakt van Turkse percussie-instrumenten. Het deel begint vredig maar wordt stukje bij beetje dreigender. Eerst spelen de percussie-instrumenten nog een bescheiden rol. Maar dan, na een fanfare, horen we plotseling een fortissimo passage van het hele orkest, die het opgehitste Londense publiek er ongetwijfeld aan herinnerde dat het revolutionaire Frankrijk Engeland net de oorlog had verklaard. Want in de Londense parken paradeerden geregeld militaire bands, met daarin diezelfde percussie-instrumenten, bespeeld door krijgshaftig uitgedoste zwarten, gehuld in pantervellen. Na de première van die ‘Militaire’ symfonie in 1794 braken ze de zaal af en moest dat ‘oorlogs’deel prompt herhaald worden. Voor de oren van vandaag lijkt het wat overdreven, maar een recensent van The Morning Chronicle hoorde van alles in deze muziek. Hij schrijft ‘We horen soldaten marcheren en aanvallen, wapengekletter, het gekreun van de gewonden en het helse kabaal van de oorlog’.
Gezien de lengte van dit artikel wilde ik het hierbij laten. Er is nog veel meer muziek geschreven die betrekking heeft op oorlog. Dus binnenkort schrijf ik een vervolg.