Marius Flothuis is componist van de maand mei 2020. Flothuis (1914-2001) gold een tijd als de éminence grise van het Nederlandse muziekleven. Rond 1937 kwam Flothuis naar voren als componist, musicoloog en assistent van de leiding van het Concertgebouworkest. Aan die laatste functie kwam een einde in 1942 toen hij weigerde zich te voegen naar de Nazi’s. Hij organiseerde illegale concerten, werd verraden en gevangen gezet, eerst in Vught, later in Duitsland. In gevangenschap schreef hij onder meer zijn Sonata da camera voor fluit en piano, een werk dat geen sporen draagt van de omstandigheden waarin het ontstond. Flothuis bedoelde het als tegenwicht tegen al het lelijke om me heen’. Kunst, niet allen muziek, illustreerde voor Flothuis de kracht van creativiteit, juist in de moeilijkste tijden.
Artistiek leider
In 1955 werd Flothuis artistiek leider van het Concertgebouworkest, wat hij bleef tot 1974. Twee jaar later vroeg chefdirigent Eduard van Beinum of Flothuis een werk wilde schrijven voor orkest. Het resultaat: Symfonische muziek, een werk dat in de jaren daarop vaak werd uitgevoerd. De muziek is op en top Flothuis: tonaal, met impressionistische en expressionistische tinten, bondig, overzichtelijk en sierlijk. In de loop van de jaren tachtig veranderde Flothuis’ muziek van stijl. Hij ging veel vrijer om met de elementen van zijn stijl.
75 jaar bevrijding
Als corona niet had toegeslagen, was 75 jaar bevrijding uitbundig gevierd. Dat zou niet de eerste viering zijn geweest. Voor de festiviteiten in 1985 schreef Flothuis het koorwerk Mei 1940 op een tekst van de dichteres Clara Eggink. Het is geen triomfantelijke muziek, want de blijdschap over bevrijding wordt getemperd door onze ervaring met de zwartste kanten van de mens. De première van het werk vond plaats op een zeer toepasselijk moment: op 4 mei 1995.
Luisteren?
Componist van de maand. Vanaf Vrijdag 1 mei 2020 tussen 16.00 en 17.00 uur.