Search for:
spinner

In c: Thijs Bonger

za 25 apr 2020
Thema: Klassiek

Je kunt het je nauwelijks voorstellen, maar toch: Beethoven was bang voor strijkkwartetten. De samenstelling stond bekend als een moeilijk medium, waarin je als componist als het ware met de billen bloot gaat. Pas rond zijn dertigste – na les en het noot voor noot overschrijven van Haydn-kwartetten – kreeg Beethoven genoeg zelfvertrouwen om zes kwartetten te laten uitgeven. Veel musicologen beschouwen zijn strijktrio’s opus 9 (van 3 jaar eerder) daarom als oefenweitjes, waarmee ze de kwaliteit daarvan naar beneden halen. Ten onrechte. En dat laten we u graag horen.

Complex
Als compositievorm zijn strijktrio’s minstens zo complex als kwartetten. Het klinkt immers al snel ‘dun en kaal’. Maar anders dan het strijkkwartet stond het strijktrio eind 18e eeuw nog in de kinderschoenen en was dus minder beladen. Misschien heeft het Beethovens keuze bepaald. Nadat hij zich in 1792 in Wenen vestigde, nam hij les van Salieri en Haydn. Over de lessen van de laatste was hij niet erg tevreden. Haydn en hij lagen elkaar niet. Tegelijk had Beethoven naam gemaakt als pianist en componist. Zijn pianotrio’s op.1 waren in druk verschenen. En hij was gevraagd dansmuziek te componeren voor het prestigieuze kunstenaarsbal. Toen Haydn na zijn triomfen in Londen terugkeerde naar Wenen en een welkomstconcert kreeg aangeboden, mocht Beethoven een eigen pianoconcert uitvoeren. Opstekers voor zijn zelfvertrouwen.

Driemaal drie is (opus) 9
Beethovens eerste strijktrio, op. 3 laveert tussen amusementsmuziek en serieuzere kost en nummer 2 (opus 8) heet niet voor niets ‘Serenade’. Maar de drie trio’s op. 9 zijn van een heel andere orde. En nummer drie uit dat opus is al helemaal een hoofdstuk apart. Dat kunnen we al voorspellen voordat we een noot hebben gehoord. Want de toonsoort waarin Beethoven werkte is c klein. Die toonaard was voor hem – en veel collega’s – bij uitstek het vehikel om heftige dramatiek en tragiek over te brengen. Zijn composities in c klein hebben ook vaak iets heroïsch, zoals zijn ‘Pathétique’ sonate en zijn 5e symfonie.

Bloedserieus
Opus 9 nr. 3 valt met de deur in huis. De instrumenten spelen alle drie hetzelfde dalende dreigende motief van vier noten. De duidelijke boodschap: ‘dit is bloedserieus’. Het vervolg barst van de energie. Heftige akkoorden, dissonante akkoorden en nerveuze begeleiding voeren de spanning op, net als het openingsmotief, dat steeds terugkeert in een in harmonisch opzicht ‘vijandige omgeving’. Het langzame tweede deel bevat een scala aan emoties, van Olympische rust tot heftige dramatiek. Ter vergroting van de harmonische rijkdom staan er vaak dubbelklanken voorgeschreven. Het scherzo dat volgt heeft iets demonisch. Veel tegendraadse accenten zorgen voor nerveuze energie. Die energie blijft gehandhaafd in de finale. Het openingsthema doet denken aan de finale van Beethovens 1e strijkkwartet op. 18 van kort daarna.

Zelden live

We horen opus 9 nr. 3 maar zelden live. Er zijn nou eenmaal veel meer rondreizende strijkkwartetten dan strijktrio’s. Daarom wijdt de Concertzender er op dinsdag 5 mei om 19 uur een uitzending aan, in de serie ‘De Wandeling’. Daarin besteden we ook aandacht aan het wat minder heftige, maar niet minder mooie 1e trio uit op. 9.

Luisteren?
Dinsdag 5 mei vanaf 19 uur.
Thijs Bonger is programmamaker en presentator