Paleis in pasteltinten.
Een onderkoelde aflevering, met speciale aandacht voor de melancholiek coole trompettist Tony Fruscella, over wie is gezegd dat hij Miles Davis en Chet Baker de weg wees naar het koele universum.
Net zo obscuur Kay Penton, over wie Teddy Wilson zei dat ze beter was dan Billie Holiday.
Cooler dan cool altist Lee Konitz met de net zo koele tenorist Warne Marsh. Ook aangenaam cool Chet Baker. En de ‘middengewicht-kampioen van de tenorsax’ Hank Mobley.
Als contrast de exuberante trompettist en soms zanger Frank Froeba (ook piloot, brokkenmaker, harpdief, wapensmokkelaar). En de Franse geluidstovenaar André Popp – fris, fruitig en oorspronkelijk
Hartverscheurend Jeannie Cheatham, sax-scheurend Earl Bostic met op het smeuïge orgel Richard ‘Groove’ Holmes.
En ook nog: Sinatra in z’n ‘Frankie Boy’-periode bij de band van Harry James, lounge-zanger/pianist Matt Dennis, entertainer Martha Davis.
