De eerste en de laatste neoclassicist
23 oktober 1992, Kleine Zaal, Concertgebouw, Amsterdam
Genre: Neoclassicisme
Componisten/uitvoerenden: Claude Debussy | Francis Poulenc | Jean Françaix | Maurice Ravel
Opnametechniek: T.R. Abma
De vroege twintigste eeuw was de tijd van het neoclassicisme, zeker in Frankrijk. Heldere texturen, geen gedoe met grote emoties en de constante achtergrond van de achttiende eeuw als inspiratiebron.
Maurice Ravel wordt vaak nog tot het impressionisme gerekend, samen met Debussy. We kunnen hem echter met gemak al bij de neoclassici rekenen. Dat wordt zelden zo duidelijk als in Le tombeau de Couperin, waarin de muziek van Frankrijks barokke trots door de sluier van de twee voorbije eeuwen transformeert tot wat Ravel ons laat horen.
Jean Françaix is misschien wel de laatste neoclassicus. Hij werd geboren in 1912 en Ravel had hem als getalenteerd kind nog aangemoedigd. Zijn werkwijze leek op die van de achttiende-eeuwsers: hij had een hoge productie en zijn stukken hoefden niet allemaal unieke meesterwerken te zijn. Dat werd hem niet door iedereen in dank afgenomen, zeker niet toen in de jaren vijftig het neoclassicisme weer uit raakte en de avant-garde regeerde. Niettemin bleef hij zijn principes tot zijn dood in 1997 trouw.
Francis Poulenc zit er mooi tussenin. Ook hem associëren we met het neoclassicisme, maar Poulenc was zogezegd precies op tijd. Als lid van Les Six zorgde hij er mede voor dat deze stijl in Frankrijk jarenlang groeide en bloeide.