Componisten/uitvoerenden: Antonín Dvorák | Bohuslav Martinû | Leos Janácek
Opnametechniek: Glenn Mogot
Vier Tsjechische stukken op de grens van de negentiende en de twintigste eeuw. Op viool: hé, kennen we jou niet ergens van?
Wie we zeker kennen is Antonín Dvořák. Door en door. Dat is de man die de Boheemse volksmuziek naadloos aan de Duitse romantiek koppelde, en dat op hoge leeftijd nog net zo gemakkelijk deed met Amerikaanse spirituals. Van hem vinden we een sonatine en vier romantische stukken. De naam zegt eigenlijk al genoeg.
Leoš Janáček en Bohuslav Martinů opereerden in de twintigste eeuw. Hun stijl is dan ook moderner, niet meer zo romantisch. Maar in hun instrumentale muziek blijken de overeenkomsten toch wel groter dan de verschillen. Nog altijd is het de volksmuziek die de boventoon voert en echt gekke dingen met de melodie doen ze niet.
De stukken worden gespeeld door Daniel Rowland (viool) en Bernd Brackman (piano). Brackman was op dat moment 39 en een redelijk gevestigde naam. Rowland was pas 24 en kwam net kijken op de podia. Heeft hij het gemaakt? Jazeker! Deze charismatische Britse Nederlander speelde later nog twaalf jaar lang bij het Brodsky Kwartet. Hebben wij even geluk dat we hem toen al hebben opgenomen!