Componisten/uitvoerenden: Heinrich Schütz | Jan Pieterszoon Sweelinck | Johann Hermann Schein | Michaël Praetorius
Opnametechniek: Jos J.A.M. van der Linden
De zeventiende eeuw was een Gouden Eeuw in de schilderkunst en de bouwkunst, maar ook in de muziek?
In Nederland is de benaming ‘gouden eeuw’ de laatste tijd omstreden geraakt. Het was tenslotte de tijd van slavernij en veroveringstochten, moeten we daar nou zo trots op zijn? Dit debat schiet voorbij de kern van de zaak. De zeventiende eeuw was in veel meer opzichten een bloeitijd. Het was de tijd waarin heel West-Europa, na de grote oorlogen van de zestiende eeuw, zichzelf opnieuw uitvond. Met de barok kwam er een pronkvolle stijl op waarmee dit deel van de wereld zich in het nieuw tooide. Schilderkunst, beeldhouwkunst, bouwkunst en literatuur bereikten een niveau dat ze eeuwenlang niet gehaald hadden.
En de muziek? Ook de muziek vond zichzelf opnieuw uit. Er is wel een maar. De muziek ontwikkelde zich in de achttiende eeuw verder door, terwijl andere kunstvormen toen eerder pas op de plaats maakten. Zo raakte de zeventiende-eeuwse muziek ondergesneeuwd door de achttiende-eeuwse muziek.
Gelukkig is er de oudemuziekbeweging om zulke manco’s aan te pakken. Op dit concert horen we werk van de grote kanonnen uit de zeventiende eeuw. Mensen als Sweelinck, Schütz en Praetorius, die in hun eigen tijd buitengewoon gewaardeerd werden maar vijftig, honderd jaar later praktisch vergeten waren. Muziek waar je misschien iets meer moeite voor moet doen, maar die net zo goed kan lonen als de meesterwerken uit later tijd. Muziek die je niet moet horen als ‘een opmaat naar iets groters’, maar als het begin van iets heel nieuws, die tegelijk nog flink knipoogt naar de eeuw ervoor.