Muziek met de geest van jazz maar de inhoud van … van alles. Amsterdam staat er bekend om, maar ook Den Bosch kan er wat van.
Jazz biedt een enorme vrijheid omdat je als musicus mag improviseren – in veel moderne jazzsoorten mag je zelfs met heel weinig restricties soleren. Maar het heeft tegelijk iets beperkends. Jazz moet swingen, blue notes hebben en syncoperen – althans, dat verwacht je van jazzmuziek. Om ook tijdens de muziek lekker creatief te zijn en toch niet vast te zitten aan de stijlkenmerken van de jazz werden diverse tussenvormen uitgevonden. Third stream in de VS, impro in Nederland.
In het Muzieklab Brabant, dat tijdens de eerste twee decennia van onze eeuw bestond, was er plaats voor diverse innovatieve muziekprojecten waarin musici van allerlei pluimage samenwerkten. We schrijven hier november 2001 en we zitten (pas) in de tweede sessie. Op de voorgrond treedt Luluk Perwanto, de zingende violiste van Flairck (een verhaal apart, daar gaan we even niet op in). Zij wordt bijgestaan door twee dj’s (onder wie DJ Aardvarck), een drummer en een bassist die ook samples meebrengt. Hun avontuur duurt in totaal 70 minuten. Zoals gewoonlijk bij dit soort muziek horen we een reis langs honderd verschillende stijlen, waarvan je nooit weet hoe lang de musici op één plek blijven. Steeds als je lekker in de muziek zit, komt er weer een storende invloed – of ze pakken hun koffers en gaan weer naar iets anders. Foute noten bestaan in dit universum niet, onverwachte wendingen wel – en die zijn altijd aanleiding tot inhaken.