Componisten/uitvoerenden: Carlo Gesualdo da Venosa | Maarten Altena | Pomponio Nenna | Yannis Kyriakides
Opnametechniek: Tom Dunnebier
Avant-garde, radicale vernieuwers, componisten die de extremen opzoeken: je had ze in de zestiende eeuw al.
Er was eens, meer dan vierhonderd jaar geleden, in Zuid-Italië, een prins. Hij leefde niet lang en zeker niet gelukkig. Van aanleg was prins Carlo Gesualdo da Venosa al depressief en slachtoffer van woedeaanvallen. Toen hij zijn vrouw met een ander in bed aantrof, draaide hij door en pleegde hij een dubbele moord. Als staatshoofd kwam je daar in de zestiende eeuw mee weg. Tenminste: er was geen gerecht dat hem de strop kon opleggen. Maar het berouw verergerde zijn depressie.
Gelukkig voor ons had zijn geestesgesteldheid ook een constructievere kant. Gesualdo componeerde schitterende, navrante madrigalen. Naarmate de tijd vorderde, werd de muziek steeds intenser. Met extreme chromatiek gaf hij uitdrukking aan zijn smart, zijn innerlijke verscheuring en verwijdering van de gewone mensenwereld. De muziek was zelf zo extreem dat het tot het einde van de negentiende eeuw zou duren voordat componisten dat benaderden.
In onze tijd zijn we allang gewend aan extreme chromatiek en grote middelen. We verwachten niet anders dan dat een componist een intens persoonlijke muziektaal verzint, al dan niet om uiting te geven aan zijn smart. Vandaag horen we de werken van Maarten Altena en Yannis Kyriakides in combinatie met de grote ziener Gesualdo. Ook is er plaats voor Pomponio Nenna, een bijna vergeten tijdgenoot en navolger van de moordprins. Bovendien horen we een instrumentale compositie (een canzone) van Gesualdo. Ook zonder dragende tekst zoekt hij de extremen op.