Het stereotype zegt dat zigeuners goed muziek kunnen maken. Dit concert doet gelukkig niets om dat vooroordeel te ontkrachten.
De zigeuners, of Roma en Sinti zoals velen van hen liever worden genoemd, zijn een groep volkeren met hun wortels uit India. Dat weten ze zelf niet meer uit overlevering, het is alleen hun taal die nog in die richting wijst. Volgens bepaalde theorieën zijn deze Indiërs zelfs ooit massaal uit hun vaderland weggetrokken om aan het hof van Perzië muziek te maken. Vervolgens trokken ze verder naar het noordwesten, waarvan akte.
Muziek en andere vormen van kunst en vermaak zijn altijd de corebusiness van de zigeuners gebleven. Door eeuwen van zware vervolging en uitstoting heen bleef de sedentaire bevolking altijd met bewondering naar deze vrijgevochten, muzikale mensen kijken. Tegelijk begrepen de Sinti en Roma ook dat hun romantische imago hen hielp om geld te verdienen, dus dat hield men graag in stand.
Anno 2002 was het muzikale imago van deze mensen misschien wel sterker dan ooit. Dan hebben we het niet zozeer over de Nederlandse Sinti en Roma, die in stilstaande woonwagens leven en qua muzikale bijdrage niet verder kwamen dan Frans Bauer. Wel hebben we het over de Balkanlanden, waar de bevolking nog met haar eigen volksmuziek leefde, waar de mensen het niet breed hadden en waar de Roma het al helemaal zwaar te verduren kregen te midden van agressief oplaaiend nationalisme.
De film Gadjo Dilo uit 1997 had de zigeunermuziek naar het grote publiek gebracht. De soundtrack bij deze Frans-Roemeense film werd verzorgd door de Mahala Gypsies (mahala = sloppenwijk) en door accordeonist Constantin ‘Fulgerica’ Lacatus. Het was een kwestie van tijd tot deze muzikanten naar Nederland zouden komen en hier zijn ze dan: niet eens in RASA of het Tropentheater, maar direct in het Concertgebouw! Fulgerica betekent ‘bliksemschicht’; gezien zijn accordeonspel geen ontoepasselijke naam.