Ensemble Oxalys & Bojan Vodenitsjarov
8 januari 2004, Kleine Zaal, Concertgebouw, Amsterdam
Genre: Strijkkwartet
Componisten/uitvoerenden: Alfred Schnittke | Dmitri Sjostakovitsj | Igor Stravinsky
Opnametechniek: Kees Bijl
Dé Russische muziek bestaat niet. Ensemble Oxalys en Bojan Vodenitsjarov belichten het land vanuit drie hoeken.
In de negentiende eeuw deden de Russen voor het eerst van zich spreken in de westerse concertzalen. Buitenissig was hun muziek, temperamentvol, exotisch en vol met ongehoorde toonladders en samenklanken. Zoiets hadden ze in Parijs en Wenen nog nooit gehoord!
En toen kwam Stravinski. Buitenissig was zijn muziek wel, temperamentvol beslist niet. Hij probeerde de emotie en de romantische bijgedachte uit de muziek te bannen. Muziek moest gewoon zichzelf betekenen, een spel van klank en ritme. Maar van zijn Russische imago kwam hij nooit af – ook al verhuisde hij naar Frankrijk, later naar de VS, en bekeerde hij zich tot de roomse kerk.
Waar Stravinski de Sovjet-Unie ontvluchtte, groeide Sjostakovitsj erin op. En hij groeide ook op met de dagelijkse werkelijkheid van het land: de staat bepaalt wat voor muziek er klinkt. Zelf schreef hij het liefst muziek over zichzelf. Gevoelsmuziek, net als de Russen van vroeger, maar dan niet vurig en levenslustig. Sjostakovitsj klinkt introvert en depressief – een sentiment dat we vaak toeschrijven aan de Grote Terreur van Stalin, maar dat Sjostakovitsj ook zeker van zichzelf bezat. En misschien ook iets dat de Russische volksziel tekent, want in de jaren zestig en zeventig werd deze muziekstijl ten oosten van het IJzeren Gordijn de heersende mode.
Alfred Schnittke was van de generatie na Sjostakovitsj en groeide in deze muziekwereld op. Ook zijn werk is introvert en pessimistisch van aard. Met zijn collageachtige technieken en zijn constante citaten uit stijlen van vroeger herinnert hij – op zijn manier – ook weer aan Stravinski: net als hij schept Schnittke ironische afstand tot de luisteraar door te refereren aan stijlen uit een ander tijdperk.