In mei 2003 overleed Luciano Berio. Nu, aan het eind van dat jaar, wordt hij herdacht met een themaconcert.
Luciano Berio overleed op 27 mei 2003, hij werd 77 jaar oud. Nu wordt er bij de dood van een oude kunstenaar vaak opgemerkt dat zijn werk intussen gedateerd is, dat tegenwoordig niemand meer zo componeert. Maar bij Berio was dat absoluut niet aan de orde. Zijn erfenis was springlevend, ook al beseften misschien niet alle jonge musici dat.
Luciano Berio reisde in de jaren vijftig mee op de kap van de avant-garde. Radicaal vernieuwen, alles in cijfertjes benaderen, dat werk. Maar dat beviel hem maar matig. In de jaren zestig stapte hij over op een andere avant-garde, eentje die de mens centraal stelde. Zijn Sequenze zijn een reeks moeilijke solostukken waarin een enkele instrumentalist een verhaal vertelt – er is niet altijd een programma als zodanig, maar er ligt wel vaak een buitenmuzikale gedachte aan ten grondslag. Deze combinatie van virtuositeit en tekstualiteit brengt ons bijna terug bij de romantiek – hoe modern de muziek ook is. De derde Sequenza, misschien wel de bekendste, is voor sopraan solo. Hij schreef dit indrukwekkende stuk voor zijn toenmalige vrouw Cathy Berberian.
In andere werken ging Berio nog een stapje verder. Hij sleepte citaten van andere muziekstukken in, soms hele composities, en bedde die in een brede structuur in. Zo werd hij de vader van het postmodernisme – een stijl die bij zijn dood nog springlevend was. Door constant te verwijzen naar andere stijlen en andere meesters wil hij ons aan het denken zetten. Dat is ook de gedachte achter A-Ronne, een avantgardistisch gedicht van Edoardo Sanguinetti. Je hoort fragmenten uit van alles, niet in de laatste plaats communistische teksten, maar als er even later een vrolijk Hollands liedje achteraan komt, vraag je je af of de kunstenaar het meent.