Sinds Ry Cooder de Buena Vista Social Club ontdekte, is onze interesse voor Cubaanse muziek gewekt. Voor wie meer wil is er ook meer.
Toen het ijzeren gordijn afbrokkelde, was het nog niet meteen vanzelfsprekend dat een Amerikaan even een kijkje kwam nemen op Cuba. Castro wilde niet wijken en de koude oorlog moest hier nog maar even voortduren. Maar Cooder wist wat hij zocht: muzikale veteranen uit de son, grootgebracht in de volkse traditie. Na 1959 had er geen Amerikaan meer naar ze geluisterd, waardoor hun traditie relatief goud bewaard bleef.
Het Septeto Turquino richtte zichzelf op in 1982, toen er nog geen Westblokker in hun muziek geïnteresseerd was. Hun nadruk ligt vooral op de ritmesectie: ze gebruiken tumbadores in plaats van claves en geven ook een grote rol aan de conga’s.
Door omstandigheden speelden de musici in een andere samenstelling dan gebruikelijk. Dit verklaart hoe het Septeto Turquino ineens uit acht man kan bestaan.