Belangwekkende albums uit de folk- en rootsmuziek historie door Marius Roeting.
In 1973 baarde een net 20 jarige Engelse knaap opzien door de release van een solo album waarop hij meer dan twintig instrumenten bespeelde, die hij dankzij multitracking tot een geheel wist te mixen. Het album bestaat uit twee vinylkanten lange composities: part one en part two, beter bekend als Tubular Bells. Het was het eerste album op het net opgerichte label Virgin records van Richard Branson. Het sloeg in als een bom en Mike Oldfield was ineens een wereldster. Hij was voornamelijk sessiemuzikant, o.a bij Kevin Ayers en Alex Harvey, maar vormde daarvoor als jonge tiener het duo Sallyangie met zijn zus Sally. Dat duo werd deels vernoemd naar de compositie Angie van Davey Graham en bekend van Bert Jansch en John Renbourn, twee gitaristen die Oldifield erg bewonderde. Het duo bracht één album uit, Children of the sun met enigszins psychedelische eigentijdse folksongs. Na Tubular bells volgden nog een aantal thema-albums met lang uitgewerkte composities. Oldfield werd ingedeeld in diverse categorieën als new age, symforock, spacerock, elektronische muziek…om maar aan te geven dat hij in feite niet onder te brengen valt! Het folkelement in de muziek van de Brit uit zich onder meer in het gebruik van akoestische instrumenten die je in de folkmuziek regelmatig hoort (mandoline, tin whistle, gitaar, bouzouki, diverse percussie-instrumenten, doedelzakken, harp), maar ook door samenwerking met enkele folkmuzikanten als Paddy Moloney en Maddy Prior. Bovendien voegde hij regelmatig -als slottrack- een enkele folksong toe op zijn albums (Sailor’s hornpipe, On Horseback) Na zijn ‘extended albums’ ging hij zowel de meer experimentele als commerciële kant op, de laatste met poppy songs (Moonlight shadow, To France). Met Voyager etaleert hij zijn voorkeur voor de Keltische folkmuziek met bewerkingen van traditionals (The Flower of the forest, Fear a’bhata, She moves through the fair) en gekende songs en instrumentalen uit het Keltische repertoire van componisten Sean O’Riada, James Scott Skinner, Ian MacLachlan) en zelfs een Galicische folksong O son do ar (The sound of the air) van componist Bieito Romero van de groep Luar na Lubre, op Voyager omgedoopt tot The song of the sun. Overigens schijnt de oorspronkelijke versie van Voyager louter akoestische instrumenten bevat te hebben. Maar de dochter van een van de directeuren van zijn toenmalige platenmaatschappij vond het saai. Daarop voegde Oldfield meer instrumenten toe met een groot aandeel voor synthesizers en keyboards.
Mike Oldfield – Tubular bells – Virgin 87541 IT
01. Intro Tubular bells 0:10
Mike Oldfield – Voyager – WEA 0630-15896-2
02. The Song Of The Sun (Bieito Romero) 4:31
03. Celtic Rain 4:39
04. The Hero (James Scott Skinner, arr Oldfield) 4:57
05. Women Of Ireland (Sean O’Riada, arr Oldfield) 6:27
06. The Voyager 4:23
07. She Moves Through The Fair (trad.arr Oldfield) 4:03
08. Dark Island (Iain Maclachlan,arr Oldfield) 5:42
09. Wild Goose Flaps Its Wings 5:03
10. Flowers Of The Forest (trad.arr Oldfield) 6:00
11. Mont St. Michel 12:16
Alle composities Mike Oldfield, behalve
track 1: Bieito Romero, arr. Oldfield
track 4: James Scott Skinner, arr. Oldfield)
track 5: Sean O’Riada, arr. Oldfield)
tracks 7 en 10: trad. arr. Mike Oldfield
track 8: Iain Maclachlan, arr. Oldfield