Componisten/uitvoerenden: Benjamin Britten | Pablo Casals | Zoltan Kodály
Opnametechniek: Wijnand de Groot
Begin twintigste eeuw herontdekte Pablo Casals de cellosolosuites van Bach. Het gevolg was een complete golf aan nieuwe solomuziek voor dit instrument.
Benjamin Britten (1913-1976) was er pas laat bij. Zijn drie suites, die hij tussen 1964 en 1972 schreef, waren niet voor de hoogbejaarde Casals maar voor Mstislav Rostropovitsj, die ze alle drie in première liet gaan. Toch is het moeilijk niet te denken aan de muziek die er eerder dezelfde eeuw voor cello geschreven is. In het bijzonder horen we de sonates van Zoltán Kodaly, met hun donkere tonen die het instrument zo goed staan.
Elk van de drie suites heeft zijn eigen opbouw en eigen karakter. In de derde suite is Rostropovitsj het nadrukkelijkst aanwezig: het stuk bevat drie Russische volksliedjes en een orthodoxe requiemmelodie. Nostalgische herinneringen aan het pre-revolutionaire Rusland – een tijd die Rostropovitsj niet had meegemaakt, maar die hem deed hopen op een Rusland zonder communistische dictatuur.