In februari 2020 zetten we een rus in het zonnetje Voor aristocraat en voorvechter van vrouwenrechten Alexander Borodin (1833-1987) was componeren iets dat hij deed naast zijn reguliere werk als chemicus. Het verklaart zijn bescheiden oeuvre, met veel werken voor kamermuziek, bestemd voor uitvoering in eigen kring. Maar Borodin was bepaald geen hobbyist: hij liet zich inspireren door de vooraanstaande componisten van dat moment, bereisde heel Europa en sloot vriendschap met Frans Liszt. Die werd een van Borodins eerste pleitbezorgers: zijn symfonisch gedicht In de steppen van Klein-Azië werd door Liszt op het repertoire genomen.
Hoopje
Borodin staat bij ons bekend als lid van ‘Het machtige hoopje’, een groep van vijf Russische componisten die in de tweede helft van de 19e eeuw volksmuziek en eigen vondsten vermengden tot iets dat in het westen het stempel vervolgens ‘typisch russisch’ mee kreeg. Ook de aandacht voor historische thema’s is eerder 19e eeuws dan russisch. Borodin koos de een grensconflict met steppenvolken uit de 12e eeuw als onderwerp en schreef de opera Prins Igor. Hij maakte het werk niet af. De Polowetzer dansen uit het slot van de tweede akte was van meet af aan een hit, zelfs onder het communisme. Borodins muziek raakte geliefd als nationaal erfgoed en bleek ook een uitstekend exportartikel. In Componist van de maand februari selecteerde Emanuel Overbeeke mooie en bijzondere opnamen van alle bekende, maar ook veel minder bekende werken van Alexander Borodin.
Luisteren
Componist van de maand. Samengesteld door Emanual Overbeeke. Vanaf 30 januari elke werkdag om 16 uur.