Karlheinz Stockhausens operacyclus Licht is de Ring des Nibelungen van onze tijd. Het is de culminatie van de muzikale ontwikkeling van een van de interessantste muzikale geesten van de 20e eeuw en heeft een rijkdom die te groot is om goed te kunnen overzien en te realiseren. Een gedeeltelijke uitvoering van het werk is onder die omstandigheden al een bijzonder evenement. Dat evenement is er deze maand in het Holland Festival. Voldoende reden om in Componist van de maand stil te staan bij de componist Stockhausen en zijn avontuurlijke reis, die wat hem betreft ook na zijn leven mocht doorgaan.
Aus Licht
Componist van de maand is Karlheinz Stockhausen. Deze maand brengt De Nationale Opera een ruime selectie van delen uit Stockhausens operacyclus Licht. Dit grootse werk, waaraan de componist maar liefst 27 jaar werkte, heeft vele aspecten en het is het voorlopige eindpunt van een lange, zeer interessante ontwikkeling. Vandaag enkele hoofdstukken uit die ontwikkeling. De Duitser Stockhausen werd geboren in 1928. Zijn demente moeder werd door de nazi’s vermoord en zijn vader sneuvelde aan het oostfront. Na de oorlog geloofde hij niet in terugkeer van de vooroorlogse wereld en zocht hij als componist naar nieuwe uitdrukkingsmiddelen. In de jaren vijftig was hij een van de pioniers van de electronische muziek en in 1957 beleefde hij een doorbraak met een klassieker uit de vroege electronische muziek: Gesang der Jünglinge. In dit stuk combineert hij electronische klanken met een jongensstem die soms wel soms niet wordt vervormd. De spanning tussen menselijke en niet-menselijke klanken geeft het stuk zijn karakter.
Muziek en ruimte
Na Gesang der Jünglinge stortte hij zich op een nieuw muzikaal onderwerp: de ruimte in de muziek. Klankbronnen kunnen op een podium zeer verspreid opgesteld staan en met elkaar in dialoog gaan. Dat idee, dat in de jaren vijftig nog heel nieuw was, resulteerde in zijn Gruppen voor drie orkesten uit 1958. Een symfonieorkest is verdeeld in drie groepen en nu eens niet volgens de traditionele indeling strijkers, blazers en slagwerk. Elke groep is een ensemble met musici uit diverse instrumentenfamilies, waardoor geheel nieuwe klanken ontstaan. Heeft u thuis meerdere boxen, zet ze lekker ver van elkaar. De ruimtelijke werking is bij dit stuk essentieel. Probeert u zichzelf voor te stellen, zittend, midden in een concertzaal met in drie hoeken een orkest. De luisteraar wordt van drie kanten belaagd. Wanneer en hoe en door wie is de verrassing.
Een ander terrein waarop Stockhausen ook graag experimenteerde, was de vorm van een muziekstuk. Voor 1950 schreef een componist een meerdelig werk en een musicus speelde wat er staat. Na 1950 zeiden diverse componisten: een musicus mag de delen uitvoeren in een zelfgekozen volgorde. Die opvatting bracht Stockhausen in praktijk. De pianist David Tudor speelde het Pianostuk nr. 11 uit 1957 in zeker vier versies. Hier is één van die vier. Wilt u weten hoe het anders kan, luister dan ook eens naar de overige drie. Ook in andere opzichten, bijvoorbeeld de behandeling van het instrument, is dit stuk revolutionair.
Japan
In 1970 vond de Wereldtentoonstelling plaats in het Japanse Osaka. Stockhausen was gevraagd de muziek te maken voor het Duitse paviljoen en schreef een werk dat op enorme weerstaanden stuitte omdat men het veel te lang vond, ongeveer vier uur. Echter, juist dat aparte maakte het voor sommigen aantrekkelijk. Stockhausen op zijn beurt raakte in Japan gefascineerd door de Japanse cultuur. Tegelijk deed hij met de Japanse cultuur wat hij wilde. Typisch Japans en typisch Stockhausen aan dit stuk is de fascinatie voor de klank van het slagwerk. Typisch Stockhausen is het principe dat de tijd zich niet regelmatig ontwikkelt, maar soms lijkt stil te staan en dan weer grillig verloopt. Stockhausen was altijd zeer gefascineerd door de spanning tussen het moment en de grote vorm, ook in dit werk.
Al zijn inspiratiebronnen bracht Stockhausen samen in Licht, een cyclus van zeven opera’s. Het is in vele opzichten een levenswerk: van kleine bezettingen tot grote orkesten, instrumenten en electronica, korte en lange episoden. Er is een verhaal, maar dat wordt overwoekerd door de enorme contrasten in de muziek. De delen kunnen ook op zichzelf staan. Licht is bij uitstek een opera die men moet zien. De rol van regie en decor zijn essentieel. Ziet en hoort u de opera, dan begrijpt u waarom Stockhausens muziek én zoveel kritiek uitlokte én zo ontzettend veel musici uit de meest uiteenlopende sferen wist te inspireren. De komende uitvoeringen van Licht zijn voor liefhebbers dan ook een buitenkans. Voor een nieuwe kans moet u jaren wachten.
Terugluisteren?
Karlheinz Stockhausen, dinsdag 4 juni 2019 van 18.00 tot 19.00 uur.