Componisten/uitvoerenden: Aribert Reimann | Bruno Maderna | Guus Jansen | Guus Janssen | Peter Schat | René Koering
Opnametechniek: Wijnand de Groot
Wat voor namen staren ons aan vanaf het programma? Koering? Reimann? Encinar?
Niet de bekendste namen. De Fransman René Koering en de Duitser Aribert Reimann zijn beiden van een tussengeneratie die in de jaren zestig actief werd en in de jaren zeventig tot bloei kwam. De geschiedenis heeft helaas anders over hen beslist: uiteindelijk zouden de jaren zeventig het decennium van de minimal music worden. Hun Amerikaanse leeftijdsgenoten zouden weinig plaats voor Koering en Reimann laten.
Verder is er in dit programma ook ruimte voor oudere componisten. Bruno Maderna, die in 1973 veel te vroeg overleed, liet twee jaar voor zijn dood de wereld nog Y después na. Maderna’s generatiegenoten, die de jaren zeventig wel doorleefden, kwamen in dat decennium voor dilemma’s te staan: valt er überhaupt nog iets te vernieuwen? De meeste componisten keerden op de een of andere manier wel terug naar een conventionelere stijl. Peter Schat was geen uitzondering. Ten tijde van zijn Anathema wist de wereld nog van niets: het klinkt allemaal nog even ondoordringbaar als voorheen. Pas een paar jaar later zou Schat zich bekeren tot de toonklok en zou alles anders worden.
Tot slot is er ook ruimte voor twee destijds aankomende componisten. De Nederlander Guus Jansen en de Spanjaard José Ramón Encinar werden grootgebracht met de avant-garde, maar moesten daar zelf weinig van hebben. Voor hen was radicale muziek passé.