Componisten/uitvoerenden: Arvo Pärt | Galina Oestvolskaja | James Joyce | John Adams | Karlheinz Stockhausen | Luca Francesconi | Luciano Berio | Peter-Jan Wagemans | Philip Glass | Sofia Goebajdoelina
Het is zover. Na een tijdreis die maanden heeft geduurd en honderd jaar geweldige muziek heeft omspannen, komen we nu in het heden aan. Althans: eind jaren tachtig.
In dit concert klinkt muziek uit de laatste jaren; geen wereldpremières, wel stukken die nog vers in het geheugen liggen. Van componisten ook die nog volop actief waren, en van wie we later maar moesten zien wat ze zouden betekenen voor de muziekgeschiedenis.
De programmeurs waren in elk geval kinderen van hun tijd. Ze programmeren hier Krzystof Meyer, de Pool die bijna provocatief traditioneel componeert en zich sterk op de Duitse traditie richt. Alsof de twee wereldoorlogen en de tijd daartussen niet hebben plaatsgevonden. Is dat de winst van het postmodernisme, dat alles gewoon weer kan? Dat het enige wat de tijdgeest voorschrift is, dat er geen tijdgeest bestaat? Zou Luca Francesconi, leerling van de grote Stockhausen en Berio, er ook zo over denken? Peter-Jan Wagemans blijft in ieder geval de geest van het modernisme trouw: hij zet drie teksten van James Joyce, de meest vooruitstrevende romanschrijver die we de afgelopen eeuw gehad hebben.
Is de cirkel hiermee weer rond? Dat mag u zelf bepalen. De koene keuze voor deze drie werken voelt anno 2021 alweer gedateerd aan. Waar is John Adams, waar is Philip Glass? Waar zijn sowieso de minimalisten? Arvo Pärt? Sofia Goebajdoelina? Galina Oestvolskaja? De keuze van 1990 blijkt niet de canon van 2021 te zijn. Niet alles ligt van meet af aan vast. Gelukkig maar.