Schuberts Octet staat in een lange traditie van verstrooiingsmuziek. Maar het is veel meer dan vermaak.
Octetten als dat van Schubert werden vaak besteld door een groep musici (of hun baas) die toevallig bij elkaar was. ‘We zijn met vijf strijkers en drie blazers, we hebben binnenkort een octet nodig’. Vanouds was het niet de meest pretentieuze muziek die voor dit soort ensembles geschreven werd.
Toch was daar langzaam maar zeker al verandering in gekomen. Mozart heeft veel van dit soort stukken geschreven (overigens meestal met alleen blazers), en hij verhief ze tot kunstzinnige meesterwerken. Schubert heeft, toen hij zijn octet schreef, duidelijk voortgeborduurd op de traditie van Mozart. De vorm – meerdere delen die niet al te sterk samenhangen – is gebleven, maar de delen op zich vereisen de grootste aandacht van de luisteraar. Dit werk hoort tot de bijzonderste en meest ambitieuze van Schuberts kamermuziek, en kan daarmee met zijn beste strijkkwartetten wedijveren.