Jubileumconcert 175 jaar Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst

We schrijven 1829. Het muziekleven nam in heel Europa een waanzinnige vlucht. De muziek, die in de Napoleontische tijd ontsnapt was uit haar aristocratische niche, werd wijd en zijd door de burgerij geadopteerd. Steeds meer burgers gingen ook zelf muziek maken in amateurorkesten en liedertafels. Maar op de kwaliteit was wel een en ander aan te merken. Met de Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst hoopte de Amsterdammer Adriaan Vermeulen daar verandering in te brengen.

175 jaar later is Toonkunst een begrip in Nederland. In veel steden zijn Toonkunstkoren, grote koren die missen, oratoria en andere klassieke koorwerken zingen. Regelmatig geven ze concerten, en hoewel het ledenbestand vergrijst zijn ze hun relevantie nog lang niet kwijt. Het is dan ook niet zo vreemd dat het 35e lustrum groots gevierd wordt.

In dit jubileumconcert horen we de Toonkunstkoren uit de vier grote steden, begeleid door het Randstedelijk Begeleidingsorkest (een orkest dat met vele Toonkunstkoren goed vertrouwd is) en vergezeld van een handvol solisten die je vaker tegenkomt bij amateuruitvoeringen. Op het programma staat nu eens geen Bach of Haydn, maar muziek van Nederlandse componisten. Amsterdam voert een mis van Johannes van Bree uit – het repertoire dat in de negentiende eeuw misschien op het programma stond. De Toonkunstkoren van de andere steden kiezen voor nieuw werk. Den Haag doet werk van de traditionalist Jacques Reuland, Utrecht kiest voor lokale held Joost Kleppe. Rotterdam zingt muziek van Chiel Meijering. Hè? Die componist van luchtige miniatuurtjes met melige namen? Is die nu in de Here? Nou ja, hij blijft Chiel Meijering. Dus als hij boven een koorwerk schrijft “Geschreven in het teken des kruizes” mogen we er rustig iets ander bij denken…