Winterreise: Thomas Oliemans & Bert van den Brink
19 december 2004, Cristofori Amsterdam
Schuberts sombere monument integraal.
Zo’n zeshonderd liederen schreef Schubert, en door de baanbrekende manier waarop hij gedichten toonzette werd het lied in één klap van simpele huismuziek – voor een serieus componist duidelijk bijzaak – tot een groot serieus genre. Veel van zijn liederen zijn bekend geworden c.q. gebleven, maar waarschijnlijk is geen van zijn liedcycli in zijn geheel zo beroemd als Winterreise.
De Winterreise bestaat uit een vierentwintigtal liederen over, inderdaad, de winter. Voor de mens van rond 1800 een en al treurnis. De dagen zijn kort, de natuur is dood, de mens vriest ook dood als hij zijn best niet doet, en velen moeten maar zien of ze op hun voorraden het seizoen doorkomen. Het zijn dan ook geen vrolijke taferelen die de reiziger op zijn pad vindt. Bevroren tranen, krassende kraaien, waanverschijningen in het donkere bos en grijsaard. Schubert weet de sombere en sinistere toon van de teksten weergaloos te vangen in muziek die geen volkslied, geen opera, geen melodrama is, maar van alles wat – en vooral heel Schubert. En hoe vaak je deze liederen al gehoord hebt, vanaf de ikpersoon die als vreemdeling binnenkomt tot de lierdraaier die geen luisteraars vindt zit je geboeid te luisteren.
Thomas Oliemans is een alroundbariton die we al bij allerlei muzieken tegenkwam. Naast het lied richt hij zich bijvoorbeeld ook op opera en chanson. De blinde Utrechtse pianist Bert van den Brink kennen we juist vooral van de lichte muziek (in de eerste plaats van de jazz), maar laat hier horen dat hij ook uitstekend met klassiek uit de voeten kan.