Volgens eigen zeggen maakte Thijs Bonger ten minste 38 op zichzelf staande programma’s en series. Daaronder titels als Wat !?..Is dit van Czerny?; Mendelssohn en de elfjes; Anatoli Ljadov en Schuberts eenzame virtuoze eruptie (over de Wandererfantasie). Zijn magnum opus Herkansing voor Hummel van 38 uitzendingen portretteert de Boheemse Johan Nepomuk Hummel (1778-1837) als beroemd pianist, componist en ondernemende pedagoog. Op dit moment werkt Thijs aan de serie Geniale muziekvrienden, over de muzikale vriendschap en verwantschap van Josef Haydn en Wolfgang Amadeus Mozart. Vele van zijn werk is terug te luisteren via Concertzender.nl. En daarnaast schrijft Thijs ook nog veel programmatoelichtingen, o.a. voor het Muziekgebouw aan het IJ en Philharmonie Zuidnederland.
Thijs, waar komt die drang tot schijven vandaan?
Schrijven is een heerlijke bezigheid. Je wordt gedwongen om je normaal nogal ordeloos rondvliegende gedachten zo te organiseren dat een ander ze kan volgen. En als ik recensies schrijf, blijken beperkingen zoals deadlines en de hoeveelheid woorden juist louterend te werken. Onder druk maak ik blijkbaar de juiste keuzes.’ Wat vind ik nou echt belangrijk en wat niet?’
De drang tot schrijven over muziek en componisten komt voort uit het besef dat muziek heel veel met mij kan doen. En dat ik per se anderen daarvan wil laten meegenieten. Ik voel me soms een soort zendeling die verkondigend rondloopt: ‘Luister hier toch eens naar’. Veel liefhebbers van klassieke muziek beperken zich, qua smaak en soms zelfs uit angst voor het onbekende. Laatst schreef ik in BN/DeStem een voorbeschouwing van Der Fliegende Holländer, die door de Reisopera in Breda werd gebracht. Ik betitelde die opera als ‘Wagner voor beginners’. Ik heb nogal veel muziekkennissen in Breda en na afloop van de schitterende voorstelling kwamen er een paar op mij af en zeiden: ‘Thijs, je hebt me met je artikel over de streep getrokken. Ik vond het fantastische muziek en helemaal niet zo zwaar als ik verwachtte’.
Welke elementen maken een goed verhaal?
Als ik over een componist schrijf, wil ik erachter komen wat voor man hij was. Ook zijn zwakheden moeten er bij. Ik hou niet van klakkeloze heldenverering. En ik vind het erg belangrijk hem in zijn tijd en sociale omgeving te plaatsen. Ik blijf bij de feiten: het moet geen fictie worden. Maar ook niet te droog, of te academisch. Door muziek op een voetstuk te plaatsen, of een verhaal te doorspekken met technisch jargon kan muziek voor mensen ook ontoegankelijk worden. Een biografische benadering is dan een mooie invalshoek.
Wat moet iedereen weten van Hummel?
Dat hij in zijn tijd lang met afstand de beroemdste componist van Europa was. Dat hij baanbrekende werken schreef die werden bewonderd door de uiterst kritische Chopin. En Hummel had zoveel contact met tegenwoordig veel bekendere collega’s dat zijn leven zich er bij uitstek voor leent om muziekgeschiedenis te geven.
En hoe zou je de vriendschap tussen Haydn en Mozart typeren?
Zeer diep en met een enorm wederzijds respect, ondanks het leeftijdsverschil van 24 jaar. Mozart stond erom bekend dat hij, eigenwijs als hij was, praktisch nooit kritiek van anderen accepteerde. Maar die van Haydn was altijd welkom. Vaak bracht hij de door Haydn voorgestelde wijzigingen aan in zijn composities. Omgekeerd liet Haydn zich maar al te graag door zijn jonge vriend beïnvloeden. Verder was die vriendschap volstrekt belangeloos en was er absoluut geen sprake van jaloezie. Haydn legt het bij veel mensen toch af tegen Mozart en Beethoven. Maar zeker onder musici is hij heel populair. Je zou kunnen zeggen: een Composer’s composer. Jammer dat veel mensen moedeloos worden door zijn enorme uitput: meer dan 100 symfonieën en bijna 70 strijkkwartetten: want waar moet je beginnen in zo’n geweldig oeuvre?
Welk verhaal zou je nog willen maken?
Een paar jaar geleden was ik een eind gevorderd met een luisterboek, over Dvořák, toen mijn uitgever vertelde te stoppen met het vervaardigen van fysieke cd’s. Omdat ik het idee had – misschien niet terecht – dat mijn publiek niet zo van downloads houdt, ben ik toen gestopt. Maar ik zou me graag nog een keer uitgebreid met Dvořák bezighouden. Vooral vanwege zijn zieleknijpend mooie melodieën, waar menig collega stikjaloers op was. Zo heeft Brahms een keer bekend dat hij als componist graag had willen overleven met wat Dvořák in de prullenbak had gegooid.
Wat kunnen we nog verwachten van ‘Bonger en De Graaf?’
Van alles, zolang ik het nog kan. Ben nog steeds zo grenzeloos nieuwsgierig en er komt zoveel op mijn pad dat er altijd wel wat bij zit waar ik iets mee zou willen doen. Ik vergelijk het vaak met de olympische ringen. Die overlappen elkaar gedeeltelijk. Als ik met een componist bezig ben dan blijkt hij les te hebben gehad van iemand van wie ik nog weinig weet. En dan ga ik op zoek. En zo breidt mijn gebied zich voortdurend uit.