door Thijs Bonger
Onderzoek naar de contacten en wederzijdse beïnvloeding tussen Mozart en Haydn? Begin er niet aan, want binnen de kortste keren raak je verslaafd, net als ik. Ik zoek me wezenloos in biografieën en op internet, beland op allerlei boeiende zijpaadjes en stuit op schitterende muziek die ik nog nooit heb gehoord. Want daar gaat het uiteindelijk om: het stillen van mijn honger naar nieuwe muzikale ervaringen.
Liever strijken dan regeren
In deel III van mijn serie artikelen voor de Nieuwsbrief vertelde ik hoe Haydn en Mozart elkaar opjutten in het genre strijkkwartet. Eerst leerde de 24 jaar jongere Mozart vooral veel van de al wereldberoemde Haydn. Maar al snel leerde Haydn ook van Mozart, die hij grenzeloos bewonderde. Dat is hoorbaar in Haydns zes kwartetten op. 50. Hij droeg ze op aan koning Friedrich Wilhelm II van Pruisen (1744-1797). Een van diens dochters trouwde met onze Koning Willem I. Friedrich Wilhelm was een levensgenieter die liefst zo min mogelijk tijd verspilde aan regeren. Onder zijn bewind holde de status van Pruisen als Europese mogendheid dan ook achteruit. De dreiging van de Franse Revolutie vroeg om doortastend regeren, maar de vorst hield zich liever bezig met kunst. Hij speelde goed cello en schoof geregeld aan bij het geld verslindende hof-orkest en daaruit samengestelde ensembles.
Boccherini op locatie
Friedrich Wilhelm engageerde louter topmusici. En daarvoor plunderde hij de staatskas. Zo maakte hij kennis met de kwartetten van Luigi Boccherini, een componist naar zijn hart. Begrijpelijk: in veel van diens composities speelde de cello een glansrol. Boccherini was een virtuoos cellist en zette zichzelf wat graag in het zonnetje. En dus ontving hij een koninklijke brief: ‘Niets zou mij meer vreugde schenken, Signor Boccherini, dan enkele van uw composities uit uw handen te mogen ontvangen. Vanaf het moment dat begon uw muziek te spelen, maakt alleen deze mij nog gelukkig’. Die brief vergezelde een kostbare gouden doos. Een blijk van waardering. En daarbij bleef het niet, want in 1786 benoemde de koning Boccherini tot hofcomponist, ook al bleef die in Spanje wonen. Alles bij elkaar componeerde veelschrijver Boccherini 104 werken voor de koning. En hij werd er goed voor betaald. Nadeel voor Boccherini was wel dat al die composities in Berlijn achter slot en grendel bleven en alleen daar mochten worden uitgevoerd. Ze gingen dus niet als een lopend vuurtje door Europa, zoals veel andere stukken van hem.
De Duport-variaties
Ook Mozart, continu in geldnood, probeerde contact te krijgen met de muziekminnende Pruisische koning. Aangemoedigd door Haydns opdracht voor het schrijven van de kwartetten opus 50, reisde hij in 1789 vol verwachting naar Berlijn. Maar zijn verzoek om een audiëntie werd in eerste instantie geweigerd. Mozart werd doorverwezen naar de beroemde Franse celloleraar van de koning Jean-Pierre Duport. Die was tevens verantwoordelijk voor de kamermuziek aan het hof en componeerde zelf ook. Mozart paaide hem met een truc die altijd werkt: hij schreef een stel variaties op een menuet van Duport. Dat menuet zelf is geen wonder van componeerkunst en harmonisch nogal armetierig. Maar Mozart weet van dit simpele gegeven een van zijn betere composities te maken. Wat een fantasie! Luister maar eens naar deze Duport Variaties KV 573, meeslepend gespeeld op fortepiano door Bart van Oort. Ik draaide die uitvoering in deel X van mijn uitzendingen. Daarin hoor je ook wat ‘cellogerichte muziek’ van Boccherini.
Hoe liep het af? Ik zou ook overstag gaan als iemand voor mij zoiets als de Duport Variaties schreef. Uiteindelijk lukte het Mozart wel om voor de koning te spelen en kreeg hij ook een paar opdrachten en zelfs een voorschot. De koning bestelde zes makkelijke pianosonates voor zijn dochter en zes op maat gesneden – lees: ‘cellogerichte’- strijkkwartetten. Het componeren daarvan noemde Mozart een moeizaam proces. Het voortrekken van de cello ging lijnrecht in tegen het pasverworven principe van de gelijkwaardigheid van de vier instrumenten. Ook nog geplaagd door zijn gezondheid, maakte Mozart er maar drie af, de KV nummers 575, 589 en 590. En in plaats van er nog drie te schrijven en te voldoen aan de opdracht van de koning, zag hij zich door acute geldnood genoodzaakt om ze voor een habbekrats aan een uitgever te verkopen. Op 31 december 1791 stond er in de Wiener Zeitung dat ze in druk waren verschenen. Mozart zelf heeft dat niet meer meegemaakt, want hij was op 5 december overleden.
Reageren? Graag! Stuur een mailtje naar: Thijs Bonger.