Friedrich Gernsheim was een doorgewinterde componist van een veelzijdig oeuvre. Zijn Tweede strijkkwartet, in a-kl.t., opus 31, voltooide Gernsheim in 1875 in Rotterdam, waar hij jarenlang als dirigent gewerkt heeft. De melodieën van deze compositie zijn pakkend en hebben allure, de vormbeheersing is smetteloos en net als Brahms verstaat Gernsheim de kunst de dwingende aanwezigheid van maatstrepen en de aloude piketpaaltjes van de vormschema’s door een veelheid aan variatietechnieken aan het oor te onttrekken.
Zijn Eerste strijkkwartet, in c-kl.t., opus 25, schreef Gernsheim in 1872, in een voor hem moeilijke tijd in Keulen, waar hij leraar aan het conservatorium was en dirigent van de Gesangverein en het stedelijk orkest. Antisemitische sentimenten en partijpolitiek dwongen hem zijn posities daar in 1874 op te geven en naar Rotterdam te vertrekken. Gelukkig heeft zijn muziek daar niet onder geleden. Opvallend is het ongepolijste Rondo all’Ongarese (Allegro molto vivace), dat als finale dienst doet en een ongegeneerd eerbetoon aan Brahms is, met name verwijzend naar de finale van dienst Eerste pianokwartet, opus 25.
Friedrich Gernsheim – Strijkkwartet in a-kl.t., opus 31 (1875)
1. Allegro, 2. Adagio, 3. Molto vivace ed energico – Meno mosso, 4. Allegro molto e molto energico
Uitvoerenden: Mandelring Quartet
CD: audite
Friedrich Gernsheim – Strijkkwartet in c-kl.t., opus 25 (1872)
1. Allegro energico, 4. Rondo all’ongarese. Allegro molto vivace
Uitvoerenden: Diogenes Quartet
CD: CPO