Schuberts muziek trok in zijn eigen tijd niet de aandacht. Tegenwoordig zijn we er massaal gek op.
Een Schubertiade was tijdens Schuberts leven een concert in besloten kring waarin uitsluitend muziek van Schubert ten gehore werd gebracht. Voor de meeste Weners was Schubert een componist van dertien in een dozijn, maar een kleine groep kenners ontdekten wat hij voor goud in handen had. Een zeldzaam melodisch talent, een grote artistieke integriteit en een flinke drang tot vernieuwen. Op zijn eigen manier was hij net zo vooruitstrevend als Beethoven, zonder dat zijn muziek er minder toegankelijk van werd. Pas na zijn vroege dood – Schubert werd 31 – begonnen meer mensen dat in te zien.
In onze eeuw komen er veel meer mensen op Schubert af. Een Schubertiade is ook allang niet meer nodig om ‘s-mans muziek onder de aandacht te brengen. Maar wij luisteren maar al te graag naar zijn muziek. Naar zijn strijkkwartetten bijvoorbeeld. In dit programma horen we een uittreksel van twee concerten uit 2007. Van de vijf werken die toen de revue passeerden, horen we er drie: de losse Quartettsatz, het strijkkwintet en het laatste strijkkwartet. Het kwintet is een van de best gewaardeerde en meest geliefde kamermuziekwerken uit het gehele klassieke repertoire. Er heerst een volmaakte balans tussen vorm en inhoud, experiment en traditie, melodie en harmonie. In het kwartet horen we Schubert meer van zijn experimentele kant. De bijzondere harmonische effecten waarmee hij zijn anders zo serene muziek kruidt, zorgen voor een mystieke sfeer: dromerig, maar tegelijk ook geheimzinnig.
1. Quartettsatz in c, D 703
2. Strijkkwintet in C, D 956
3. Strijkkwartet in G, D 887
4. Pianosonate in Bes, D 960: Scherzo