De melancholie van The Ink Spots.
Vandaag vier portiers van het New Yorkse Paramount Theatre, die hun werk zingend plachten te doen. Hun fraaie samenzang viel een artiestenmanager op, en dat leidde tot een nieuwe loopbaan.
The Ink Spots werden een extreem succesvol vocaal kwartet. Ze maakten naam met hun zogeheten ‘Top & Bottom’-sound. De hoge tenor van Bill Kenny begon een lied, en op een zeker moment nam de donkerbruin klinkende Hoppy Jones het niet zingend maar met een spreekstem over.
Aanvankelijk zongen ze vooral hotte nummers, met niet bijster veel succes. Dat veranderde radicaal toen ze overstapten op weemoedige balladen – iets wat min of meer toevallig ontstond toen ze voor een B-kantje een traag nummer nodig hadden, en de beginnende liedschrijver Jack Lawrence ze in de studio ‘If I didn’t care’ aanbood.
Ze scoorden hits als ‘Into each life some rain must fall’ (met Ella Fitzgerald), ‘Time out for tears’, ‘The gypsy’, ‘Bless you’, ‘Address unknown’.