Eens in de maand gaat ‘De Wandeling’ over jeugdwerken van Felix Mendelssohn.
Vandaag allemaal stukken die hij schreef toen hij de ‘rijpe’ leeftijd van 17 had bereikt. Naast een inspiratiebron voor Felix, de ouverture ‘Oberon’ van Carl Maria von Weber, horen we twee tegenpolen: zijn concertouverture ‘A Midsummer Night’s Dream’, vol klankschilderingen, een destijds revolutionair stuk dat de poort naar de romantiek verder openzette. En een archaïsch, maar geweldig gecomponeerd ‘Te Deum’, doorspekt met verwijzingen naar morsdode componisten als Händel, Mozart en Gabrieli.
Carl Maria von Weber: Ouverture Oberon
Staatskapelle Berlin
Otmar Suitner
Felix Mendelssohn: Ouverture ‘A Midsummer Night’s Dream’ op. 21
London Symphony Orchestra
Claudio Abbado
Felix Mendelssohn: Te Deum à 8 (1826)
Kammerchor Stuttgart
Frieder Bernius
Felix Mendelssohn: Klavierstück G gr, fragment
Ana-Marija Markovina, piano