Twintigste-eeuwse muziek is niet altijd vreemd of moeilijk. Deze twee componisten schreven hun leven lang oorstrelende muziek.
Atonaliteit, bitonaliteit, hoekige melodieën, rare maatsoorten – het leek na de Eerste Wereldoorlog wel of de muziek wild geworden was. Overal sloegen componisten aan het vernieuwen. De luisteraar moest worden uitgedaagd, de componist eiste de vrijheid op. Rustig genieten van oorstrelende klanken was er niet meer bij.
Toch kruipt het bloed waar het niet gaan kan. Sommige componisten hadden gewoon niet het temperament om te provoceren. Vernieuwingen bekeken ze liever kritisch van een afstandje. Het contact met de luisteraar moest nooit verloren gaan. Zo schreven zij muziek die duidelijk in de twintigste eeuw gecomponeerd is, maar die je toch meteen mooi vindt.
De Fransman Francis Poulenc en de Zwitser Frank Martin waren zulke componisten. Bij leven stonden ze in de schaduw van hun radicalere collega’s. Na de oorlog waren ze al helemaal uit de mode. Niettemin bleven ze hun stijl trouw, en is er altijd een toegewijd publiek gebleven dat ze bleef steunen. Vanaf de jaren tachtig was er zelfs zoiets als een revival: ‘mooi’ was geen vies woord meer in muziekland en veel van dit verstilde repertoire werd onder het stof vandaan gehaald.
Deze concerten komen beide uit 1999. Het concert met Poulenc werd gegeven ter ere van zijn 100e geboortedag. Voor het concert van Martin was er geen speciale gelegenheid. Zijn Nederlandse weduwe, die hem 43 jaar overleefde, zorgde wel dat ‘s mans muziek altijd gespeeld bleef worden.
Francis Poulenc
1. 15 Improvisations pour piano: 1, 15, 13, 12
2. Mélancolie
3. Les biches
4. Caprice in C
5. Vioolsonate
6. Tu vois le feu du soir
7. Le bestiaire
8. Airs chantés
9. Banalités
10. Rosemonde (bew. Joan Berkhemer)
Frank Martin
11. Foxtrot voor twee piano’s
12. Strijktrio
13. Sechs Monologe aus »Jedermann«
14. Strijkkwartet