Muziek uit vervlogen jaren. Merle Travis schildert in ‘Sixteen Tons’ het barre bestaan van mijnwerkers een eeuw geleden
Een overtuigend ruzie-duet (‘Gabbin’ Blues’) door de imposante r&b-zangeres Big Maybelle en Rose Mary McCoy.
Als voorproefje voor de film die over hen in de maak is het zonnige maar treurig geëindigde duo Johnny & Jones (‘The Spider and the Fly’ in een live-vertolking).
Een wonderlijk fenomeen was Screamin’ Jay Hawkins. Als blueszanger zou hij zijn ‘I put a spell on you’ als romantische ballade opnemen. Dankzij nogal wat drank ontstond een schreeuwversie die het midden hield tussen het geluid van Mario Lanza en een scheurende saxofoon. En die hem een nieuw imago opleverde (bij optredens vaak vergezeld van een schedel en een jachtgeweer).
Toen de plaat ‘Green Street’ van Grant Green uitkwam, schreef een jazzpublicist ‘Green with envy’ daarop weleens zou kunnen slaan op de jaloezie van collega-gitaristen.
Melody Gardot op de plaat ‘Jazz loves Disney’ met ‘The Bare Necessities’, het lekker knorrig klinkende ’35-30’ door r&b-saxofonist Paul Williams, jazzsaxofonist Lou Donaldson, alias ‘Sweet Papa Lou’ (‘My Melancholy Baby’) en de Lecuona Cuban Boys (‘Siboney’)
Ook nog Dianne Reeves (‘Social Call’), Juliette Gréco (‘Si tu t’imagines’), Les Compagnons de la Chanson (‘Si tu vas à Rio’).
Mondharmonicavirtuoos Larry Adler met de Hot Club de France (‘I got rhythm’), Benny Goodman (‘Down South Camp Meeting’), The Comedian Harmonists (‘Perpetuum Mobile’).