Pianist en componist Randal Corsen wordt op 13 augustus 1972 geboren op Curaçao, waar hij ook opgroeit.
Die achtergrond is in zijn stijl ook duidelijk te horen, zijn werk wortelt diep in de Curaçaose traditie. In 1990 gaat hij naar Tilburg om er piano te studeren aan het Brabantse Conservatorium, waar hij vijf jaar later cum laude afstudeert. Corsen wordt daarna actief als bandlid van de Latin-Jazzband Bye-Ya! en als begeleider van de zangeres Izaline Calister. In 2003 brengt hij zijn debuutalbum Evolushon uit, een jazzalbum met duidelijke invloeden van Antilliaanse en andere Caraïbische muziek. Het levert hem direct een Edison Music Award op. In 2005 volgt een klassiek album Corsen plays Corsen en in 2013 volgt dan Symbiosis, een jazz album waarop naast Antilliaanse invloeden ook klassieke elementen en polyritmiek zijn te horen. Op initiatief van mezzosopraan Tania Kroos schrijft hij de opera Katibu di Shon (slaaf van de meester) met een libretto van Carel de Haseth. Deze opera, de eerste in de Papiamentse taal, gaat op 1 juli 2013in de stadsschouwburg van Amsterdam in première. Dat is 150 jaar nadat in Nederland de slavernij werd afgeschaft. Naast componist en uitvoerend musicus is Corsen ook docent aan de conservatoria van Amsterdam en Utrecht.
Nummers
- Ribún Djamunging, van zijn debuut album Evolushon
- No Bai, idem, en met zangeres Izaline Calister
- Ata Nubia van zijn album Armonis
- A Quiet Place idem, met gast Roy Hardgrove
- La Mariposa Compositie van Joseph Sickman Corsen
- 1893 idem
- Ma’ Yeg’ Atrobe van het album Mariposa van Izaline Calister
- Lo Mi Ta Bandi’bo idem
- Laberinto van het album DOS, met de groep Bye-Ya!