Componisten/uitvoerenden: Christopher Tin | James MacMillan | John Tavener | Kaija Saariaho
Is er nog plaats voor gewijde muziek in onze eeuw? Veel componisten vinden van wel.
De westerse maatschappij ontkerkelijkt. Niet alleen gaan er steeds minder mensen naar de kerk, bij hen die eraan vasthouden speelt de liturgie een steeds minder grote rol. Bovendien lijken de oeroude, onveranderlijke tradities van het geloof te vloeken met het avant-garde-ideaal van de moderne kunst. Een kunstenaar die tot het Opperwezen spreekt, doet dat vaak niet in de taal van de kerk.
En toch gaat dit verhaal voorbij aan een van de populairste muziekstromingen van deze eeuw: de nieuwe devotie. Waar de meeste componisten afhankelijk zijn van fondsen en subsidies, kunnen componisten als Arvo Pärt en John Tavener zich verheugen in een enorme aanhang. Met hun kale, provocatief eenvoudige en direct herkenbare stijl spreken ze tot de harten van miljoenen mensen, niet alleen gelovigen. Hun muziek valt niet bij iedereen in de smaak. Veel mensen vinden het te gemakzuchtig: grote stappen, snel thuis. Maar met schaarse middelen weten ze wel toverachtige klankeffecten te bereiken. In deze Bijdetijds horen we de Missa Wellensis, het laatste werk van John Tavener. Opvallend is dat de mis geen Credo kent: zou de componist wel achter de Apostolische geloofsbelijdenis hebben gestaan?
In dit programma is ook plaats voor muziek die niet in de kerk thuishoort, maar die je toch moeilijk anders dan gewijd kunt noemen. La Passion de Simone van Kaija Saariaho gaat over Simone Weil, een Frans-joodse mystica die in de Holocaust werd omgebracht. Saariaho, die al jarenlang door haar leven en werk gefascineerd was, besloot er iets mee te doen en goot Weils levensverhaal in een passie. Dat is geen toeval: ook Jezus was tenslotte een joods mysticus.
James MacMillan wordt soms tot dezelfde stroming gerekend als Pärt en Tavener. Dat is niet helemaal terecht: hoewel ook MacMillan kerkmuziek schrijft, is zijn stijl veel complexer en contrastrijker. Zijn interesse ligt meer bij de dramatische kant van het geloof: het lijden van Christus bijvoorbeeld. Daarom mag het geen verwondering wekken dat zijn Stabat mater tot MacMillans beste werken wordt gerekend. Dit monumentale werk duurt meer dan een uur; we beperken ons tot het begin.
Tot slot horen we het korte Baba Yetu van Christopher Tin. De tekst is gewijd: het is de Swahili-vertaling van het Onze Vader. De toepassing is echter zeer wereldlijk: het werk is niet voor de kerk geschreven, maar als opstartmuziek voor het computerspel Civilization IV. Hierin leidt de speler gedurende 6000 jaar een beschaving. Hij kan wereldwonderen bouwen en oorlogen voeren. Daar past bombastische muziek bij, en wat dat betreft stelt Tin niet teleur. Het complete Soweto Gospel Choir wordt ingevlogen, en op een koperblazer of slaginstrument meer of minder kijkt hij niet. Baba Yetu was de eerste gamecompositie die een Grammy ontving, en vermoedelijk ook de eerste gamemuziek die in Bijdetijds klinkt. Deze vorm van toegepaste muziek wordt echter steeds belangrijker; er is daarom een dikke kans dat het niet de laatste keer is.
Afspeellijst
1. John Tavener: Missa Wellensis
2. Kaija Saariaho: La passion de Simone (delen)
3. James MacMillan: Stabat mater (eerste deel)
4. Christopher Tin: Baba Yetu