1985 was het driehonderdste geboortejaar van Bach, Händel én Scarlatti. De klassieke muziekwereld herdacht zich suf. Overal waren herdenkingsconcertjes.
Natuurlijk trok de nog jonge Concertzender er regelmatig op uit om zulke optredens op de band te zetten. Vooral bij de Bach Birthday Players zijn we vaak op bezoek geweest. Dit was een gelegenheidsensemble van musici die in Amsterdam actief waren en, verspreid over het jaar, zoveel mogelijk kamermuziek van Bach wilden spelen. Elke maand gaven ze een concert.
Wij zenden nu delen uit van twee concerten. We horen partita’s voor viool solo waarin Bach zich de hondsmoeilijke taak had gesteld om met één enkele viool meerstemmig te componeren. We horen zelf werk voor cello solo, wat nóg meer beperkingen met zich meebrengt. Ook de sonates met klavecimbelbegeleiding komen aan bod. De viool heeft het eerste en het laatste woord. Zowel de prelude uit de partita in E als de chaconne uit de partita in d – een van Bachs allergrootste meesterwerken! – zijn vast voor veel mensen een feest der herkenning.
1. Partita nr. 3 voor viool solo in E, BWV 1006: Preludio – Loure – Gavotte en rondeau – Menuet I en II – Bourrée – Gigue
2. Sonate voor viola da gamba en klavecimbel nr. 1 in G, BWV 1027: Adagio – Allegro – Andante – Allegro moderato
3. Suite voor cello solo nr. 6 in D, BWV 1012: Prelude – Allemande – Courante – Sarabande – Gavotte I en II – Gigue
4. Sonate voor viool en klavecimbel nr. 5 in f, BWV 1018: [zonder tempoaanduiding] – Allegro – Adagio – Vivace
5. Partita nr. 2 voor viool solo in d, BWV 1004: Allemanda – Corrente – Sarabanda – Giga – Ciaconna