Kunnen componisten muziek schrijven die recht uit het hart komt, en toch modern klinken?
Een groot deel van de twintigste eeuw was het mantra van de moderne kunst: vernieuwen. Kunst moest zichzelf grondig opnieuw uitvinden, anders mocht het geen kunst heten. Maar rond 1970 was ook in de muziek alles wel zo’n beetje bedacht. Een nieuwe generatie componisten had het wel gehad met Stockhausen, Cage en al die andere grootheden van de avant-garde en ging zich weer op het verleden richten.
Zeker in Duitsland werd de Nieuwe Romantiek een stroming van belang. Op het eerste gehoor is deze muziek door en door modern, maar na een beetje luisteren hoor je toch iets anders. De expressie, de eigen stem van de componist die niet alleen met de noten speelt maar er ook zijn ziel in legt.
De Duitser Wolfgang Rihm en de vroeggestorven Nederlander Tristan Keuris passen in dit hokje. Maar er zijn ook componisten die de romantiek anders benaderen. Voor hen is het allemaal erg lang geleden, die negentiende eeuw. Maar er helemaal omheen lopen? Dat gaat ook niet. Roderik de Man maakt dat dilemma tot onderwerp van zijn muziek.
1. Tristan Keuris – Klarinetkwintet
2. Peter-Jan Wagemans – Strijkkwartet nr. 2
3. Wolfgang Rihm – 4 Studien zu einem Klarinettenquintett
4. Joep Straesser – Concertino
5. Tristan Keuris – Canzone
6. Roderik de Man (foto) – Departures of the Romantic agony