Leentjebuur: Verre klanken. Oosterse componisten waagden zich in de twintigste eeuw aan het schrijven van noten in een nieuw, eigenzinnig idioom. Chinezen, Mongoliërs, Japanners en Koreanen schreven onbekommerd op wat zíj dachten dat gehoord moest worden.
Steeds meer Oosterse componisten waagden zich in de laatste decennia van de twintigste eeuw aan het schrijven van noten in een nieuw, eigenzinnig idioom.
Los van de conventies van hun plaatselijke, niet zelden imposante muziektradities. Los ook van de conventies van de westerse klassieken, en van de twintigste-eeuwse modernisten.
Chinezen, Mongoliërs, Japanners en Koreanen schreven onbekommerd op wat zíj dachten dat gehoord moest worden, vrijelijk puttend uit alles waarvan zíj dachten dat het waardevol was.
1. Chen Qigang. Ferne Klänge – Poème Lyrique II (1999).
Diverse musici en ensembles
Ambitus AMB 97 969
2. Hosokawa Toshio. Ferne Klänge – Renka I (1999).
Diverse musici en ensembles
Ambitus AMB 97 969
3. Koo Bonu. Ferne Klänge – Possibilis (1999).
Diverse musici en ensembles
Ambitus AMB 97 969
4. Guo Wenjing. Ferne Klänge – Drama (1999).
Diverse musici en ensembles
Ambitus AMB 97 969
5. Suren Soronzonbold. Ferne Klänge – Variationen (1999).
Diverse musici en ensembles
Ambitus AMB 97 969
6. Chen Xiaoyong. Ferne Klänge – Volatine (1999).
Diverse musici en ensembles
Ambitus AMB 97 969