Jazz, blues en het kauwgomplaatjesgevoel. Over ‘het slagveld van de rock ’n’ roll’.
De opkomst van Elvis Presley en consorten in het midden van de jaren vijftig richtte in de populaire muziek een waar slagveld aan. Sommige gevestigde artiesten deden curieuze pogingen om zich het rock-idioom eigen te maken. Perry Como, Frank Sinatra, Doris Day – allemaal flirtten ze met de nieuwe muzieksmaak, de ‘oude’ Kay Starr behaalde nog een grote hit met de gezapige ‘Rock ’n’ roll Waltz’ en zelfs Marlene Dietrich waagde zich, ondanks haar eerder geuite afkeer, aan de rock ’n’ roll. Anderen dreven er de spot mee, zoals komiek Stan Freberg, Nat King Cole (‘Mr. Cole won’t rock ’n’ roll’) en in eigen land Wim Sonneveld (‘Ik ben m’n petje kwijt’). Andere klinkende namen (Guy Mitchell, Johnny Ray of Patti Page) werden linea recta richting vergetelheid gecatapulteerd.