Jazz, blues en het kauwgomplaatjesgevoel. ‘Met gefluister zal ik u verleiden’. Over de opkomst van de zogeheten crooners.
Toen in 1925 de Victor Talking Machine Company de elektrische microfoon introduceerde, voltrok zich een revolutie in de populaire muziek. Voortaan hoefden vocalisten niet meer luidkeels in een hoorn te tetteren om boven de muzikanten uit te komen, maar konden ze veel zachter en intiemer gaan zingen. Met inventief microfoongebruik konden ze veel beter dan voorheen een lied gaan interpreteren. Het leidde tot een relaxte en vaak ook sensuele manier van zingen. Een liefdeslied kon voortaan met een tot dan toe ongekende intimiteit worden vertolkt. Het was niet voor niets dat behoudende stromingen het croonen ‘een duivelsch kwaad’ noemden en zangers als Rudy Vallée veroordeelden die ‘gedegenereerde liederen jammeren die een Amerikaanse vent onwaardig zijn’. Met onder meer Bing Crosby, Russ Columbo, Jack Teagarden, Dick Powell, Connee Boswell, Al Bowlly en ‘whispering’ Jack Smith.