Jazz, blues en het kauwgomplaatjesgevoel. Over de kunst van het fluiten.
In arme tijden was het bij uitstek geschikt voor wie musicus wilde worden, maar zich geen instrument kon veroorloven. In de eerste helft van de vorige eeuw is het kunstfluiten mateloos populair geweest en fluiters als Ronnie Ronalde verwierven een iconische populariteit. Verscheidene orkesten hadden een kunstfluiter in dienst – zoals de virtuoze Elmo Tanner bij de band van Ted Weems – of beschikten over een vocalist die kon fluiten: Bing Crosby, Tex Beneke. Met de komst van de beatmuziek raakte het ambacht in verval. Een laatste oprisping was de hit ‘I was Kaiser Bill’s Batman’ in 1967 door de mysterieuze Whistling Jack Smith. En tegenwoordig is er natuurlijk weer Geert Chatrou, de meervoudige wereldkampioen kunstfluiten uit het Brabantse Mierlo.
Hoewel fluiten meestal een uiting is van vrolijkheid, heeft het ook een onheilspellende kant. Op een schip brengt het rampspoed, net als achter het toneel. En wie kent niet het fluiten in het donker om angsten te bezweren? Tegenwoordig wordt er niet veel meer gefloten. Waar is de tijd toen slager en melkboer fluitend hun route aflegden? Het Paleis van de Weemoed laat horen hoe jammer dat is… Een programma met verder o.a. Muzzy Marcellino, de Sweet Potato Tooters, Adolphe DePrince, Spike Jones, de Comedian Harmonists en Ambrose.