Jazz, blues en het kauwgomplaatjesgevoel. ‘Schatgraven in het knekelhuis.’
Een Paleis van de Weemoed vol hele en halve grootheden op wie de vergetelheid is neergedaald. Zoals de ad remme nachtclubattractie Pearl Bailey, de van een operatesk stemgeluid voorziene Addie Williams, Etta Jones, die zo werd overvleugeld door Billie Holiday, en ‘de reserve-Louis Armstrong’ Hot Lips Page die, hoewel een briljante trompettist en bluesy zanger, nooit onder de slagschaduw van z’n voorbeeld is uitgekomen. Verder de vroeg bij een vliegramp gesneuvelde crooner Buddy Clark, de ooit als toonaangevende nieuwe jazzzanger gelanceerde Eddy Howard, de zwoele Lorez Alexandria, Dolly Dawn, ooit de leermeester van Ella Fitzgerald. En dan ook nog Jeri Southern, Lucy Reed, Monica Zetterlund, Kay Penton en de door tragiek geknakte David Allyn, die op z’n oude dag opeens toch nog de waardering mocht genieten waarnaar hij decennia had gesnakt.