Jazz, blues en het kauwgomplaatjesgevoel. Thema: “I’m a poor, lonesome cowboy.”
Repertoire uit het Wilde Westen. Zowel door authentieke cowboys als John G. Prude en Ken Maynard, alsook door filmdoekhelden als Gene Autry, Roy Rogers en Tex Ritter. En daardoor met twee soorten liederen: het ongepolijste, rauwe repertoire van cowboys die op de prairie hun eenzaamheid verwoorden en mopperen over de ‘mean mama’s’ die hun pad kruisen. Of wier zang een ‘gezongen krant’ is, waarin ze reppen over een treinroof of gevechten met Indianen. En daarnaast de sterren uit de cowboyfilm, die de zaterdagmiddagen van miljoenen jongetjes opluisterden met hun spannende avonturen, waarin het goede altijd zegeviert over het kwade. Wel veel kogels, maar geen bloed, dat was de opzet.Toen de televisie opkwam, veroverden series als ‘Rawhide’ (met Eric Fleming en Clint Eastwood), ‘Bonanza’ en ‘Gunsmoke’ de huiskamers. De cowboymusicals verdwenen uit de bioscoop, maar daarvoor in de plaats kwamen stoere westerns als ‘High Noon’. Veel zingende cowboys lieten zich inspireren door ‘jodelende treinremmer’ Jimmie Rodgers. Een uitzending met ook Western Swing van de Swift Jewel Cowboys en verder de Sons of the Pioneers, Milton Brown, Montana Slim, Patsy Montana, Doris Day en zelfs Laurel & Hardy.