Felix Mendelssohn (1809-1847) wordt nogal eens met Mozart vergeleken, niet in het minst vanwege zijn status als wonderkind. Maar zijn muziek lijkt zelden op die van Mozart, is er in feite ook geen vervolg op. De jonge Felix was meer geïnteresseerd in de elegant virtuoze muziek van Spohr, Viotti en Moscheles. Aan de hand van zijn leraar Carl Zelter leerde hij zeer jong de werken van Bach kennen, waardoor zijn muziek al vroeg voorzien was van ingenieuze contrapuntische technieken. Mendelssohn componeerde zijn eerste volwassen Strijkkwartet in a-kl,t, opus 13 in 1827, twee jaar na de doop van het befaamde ‘Oktet’ voor acht strijkers.
De jonggestorven Zwitserse componist Friedrich Fröhlich (1803-1836) studeerde korte tijd bij Carl Zelter, via wie hij diens jonge student Felix Mendelssohn leerde kennen. Van de acht strijkkwartetten die Fröhlich gecomponeerd zou hebben, zijn slechts enkele in moderne edities voorhanden. Deze verschaffen ons het beeld van een uitermate begaafde componist, die te jong is gestorven om zich echt te hebben kunnen ontwikkelen.
Felix Mendelssohn – Strijkkwartet in a-kl.t., opus 13
1. Adagio-Allegro vivace, 2. Adagio non lento, 3. Intermezzo: allegretto con moto-Allegro di molto, 4. Presto
Uitvoerenden: Quatuor mosaïques
CD: Auvidis
Friedrich Fröhlich – Strijkkwartet in g-kl.t.
1. Andante con variazioni, en 4. Finale: Allegro molto
Uitvoerenden: Rasumowsky Quartett
CD: CPO