We ronden het Scandinavische strijkkwartet voor de eerste wereldoorlog af met het laatste kwartet van Sibelius uit 1909 en het voorlaatste, het vijfde, van Stenhammar, uit 1910. Sibelius componeerde met het Kwartet in d-kl.t. (opus 56) in vijf krachtige delen een hoogstpersoonlijk document, dat zowel door het karakter van de muziek als vanwege persoonlijke overwegingen de titel ‘Voces intimae’ (intieme stemmen) heeft meegekregen.
Eveneens in 1909 besloot Wilhelm Stenhammar veel tijd te steken in het studeren van het aloude contrapunt, dat hij bij gebrek aan een formele opleiding nimmer had geleerd. Tegelijkertijd besloot hij achterom te kijken tot in de 18e eeuw. In zijn Vijfde strijkkwartet, in C-gr.t., opus 25, met de bijnaam ‘Serenade’ is dat goed te horen.
Jean Sibelius – Strijkkwartet in d-kl.t., opus 56 “Voces Intimae” (1909)
(1) Andante – Allegro molto moderato, (2) Vivace, (3) Adagio di molto, (4) Allegretto [ma pesante], (5) Allegro
Uitvoerenden: New Helsinki Quartet
CD: Fazer Records / Finlandia
Wilhelm Stenhammar – Strijkkwartet in C-gr.t., opus 25 “Serenade” (1910)
(1) Allegro molto con spirito, (2) Ballata: Allegretto scherzando, (3) Scherzo: Allegro vivace, (4) Finale: Allegro molto
Uitvoerenden: Oslo String Quartet
CD: CPO