Richard Hol (1825-1904), componist, dirigent en pedagoog staat centraal in deze uitzending van Kroniek. Richard Hol, zoon van een melkboer werd opgeleid door Johan George Bertelman aan de Amsterdamse muziekschool en werd in 1857 dirigent van het Amsterdamse Toonkunstkoor. In 1862 vertrok Hol naar Utrecht, waar hij al snel de spil en groot animator van het muziekleven werd. Hij leidde de Utrechtse “stadsconcerten” (tot zijn dood in 1904) en het Toonkunstkoor. Van 1863 tot 1899 dirigeerde hij het Utrechtsch Studenten Concert, met als gasten onder anderen Clara Schumann, Johannes Brahms en de violist Joseph Joachim. Daarnaast was hij actief in Den Haag. Beroemde leerlingen van hem waren Johan Wagenaar en Willem Mengelberg.
1. In een blauwgeruite kiel (1875). Tekst: Antoon Leonard de Rop.
Jongenskoor van de Zeeuwse Koorschool Goes olv Evert Heijblok.
2. Symfonie nr. 1 in c (1863).
Residentie Orkest olv Matthias Bamert.
3. Saidjah, elegie voor cello en orgel (1861).
Herre-Jan Stegenga, cello. Ger Oost, orgel.
4. Drie liederen, opus 12: a. In der Nacht (Eichendorff).
b. Flog einer bunter Falter (Seibel). c. Ein schöner Stern (Heine).
Hanneke Kaasschieter, sopraan. Sylvia Schlüter, alt. Leo van Doeselaar, piano.
4. Twee Romances voor hobo en piano, opus 116 nr. 1 & 2 (1889).
Maarten Karres, hobo. Ariane Karres, piano.
5. Symfonie nr 3 in Bes, opus 101 (1884) deel IV: Finale (rasch und kraftig).
Residentie orkest olv Matthias Bamert.