Alexander Knaifel’s Chapter Eight, voor kathedraal, koren en cello: een werk ‘zonder plot of drama’.

Deze uitvoering van Knaifel’s Chapter Eight werd al in 2009 opgenomen, maar is pas vorige maand (maart 2025) uitgebracht op ECM New Series. De opname vond plaats in de Jesuitenkirche in Luzern, een kerk die ook bekend staat om haar galm. Die galm is, naast de klank van de drie koren en de cellist, een essentieel onderdeel van de compositie.
Alexander Knaifel (1943 – 22024) is oorspronkelijk opgeleid als cellist, maar richtte zich al snel op componeren. Zijn werk is verwant aan dat van generatiegenoten als Schnittke, Goebaidoelina, Silvestrov en Pärt. Met Pärt heeft Knaifel gemeen dat hij in de jaren negentig het avant-gardisme achter zich liet en zich ging richten op ingetogen, introverte, en veelal religieuze composities. De tijdloze rust van Chapter Eight – ‘een werk zonder plot of drama, als een gemeenschappelijk gebed’ – zal zeker ook liefhebbers van de muziek van Arvo Pärt aanspreken.
De tekst van Chapter Eight is gebaseerd op het achtste hoofdstuk van het Hooglied uit het Oude Testament (het Lied van Salomo). Naast de drie koren (het Lets Staatskoor, het jeugdkoor Kamēr, en het Riga Kathedraal Jongenskoor) hoort u Patrick Demenga op cello. Én natuurlijk de kerk zelf.
Chapter Eight
Canticum Canticorum
for cathedral, choirs and Cello
Stanza I – XXXII
Patrick Demenga – cello
State Choir Latvija
Riga Cathedral Boys Choir
Youth Choir Kamēr
Andres Mustonen – dirigent
ECM New Series
ECM 2637
NB: de cd-versie is voor deze uitzending enigszins ingekort (rond Stanza VIII en Stanza XXIII)