De geschiedenis van de opera in de twintigste eeuw. 1941A
1941, het jaar waarin Franklin Roosevelt opnieuw de eed aflegt als president van de US en het eerste nummer van het illegale blad Het Parool verschijnt. Op Duits bevel is uit de Amsterdamse joodse burgerij een Joodsche Raad geformeerd. Men sprak af dat de Raad in ‘hoofdzaak een uitvoerende en overbrengende taak zal hebben, doch geen verantwoordelijkheid kan dragen voor de opdrachten die hij heeft over te brengen’. Ook stelde men dat men niet zo ver kan gaan ‘voor de Joden oneervolle opdrachten te aanvaarden. In Belgrado tekent Joegoslavië de capitulatie voor Duitsland. Daarmee raakt de Balkan geheel in Duits/Italiaanse handen. Het is Joden verboden om vrije beroepen uit te oefenen ten behoeve van niet-joden; alle Nederlandse orkesten zijn geariseerd, dat wil zeggen dat de joodse musici van deelname eraan uitgesloten zijn en in Nederland mogen Joden niet meer in schouwburgen en bioscopen komen, uitgezonderd de zgn. joodse theaters. De verordening wordt van kracht waarbij alle Joden in Duitsland verplicht zijn op straat een Jodenster te dragen. Dit geldt voor alle Joden vanaf zes jaar.
In deze aflevering fragmenten uit:
Benjamin Britten- Paul Bunyan
Benjamin Fleischmann- Rothschilds viool (Скрипка Ротшильда)
William Grant Still– A Bayou Legend
Andere opera- en operetteproducties uit 1941 zijn:
Franco Alfano- Don Juan de Manara
Pablo Sorozábal- La Rosario
Edmund Nick- Dreimal die Eine
Edmund Nick- Nur für Erwachsene
Edmund Nick- Karussell! – Karussell!
Marc Blitzstein- No for an Answer
Fred Raymond- Die Perle von Tokaj
Miguel Bernal Jiménez- Tata Vasco
Viktor Ullmann- Der Sturz des Antichrist
Rudolf Wagner-Régeny- Johanna Balk
