Thema | Concertzender | Klassiek, Jazz, Wereld en meer
logo
Search for:
spinner

Thema

do 15 jan 2015 16:00 uur

Oorgetuige #78: 5.3.53. Vandaag staan wij stil bij de dood van Josif Vissariónovitsj Dzjoegasjvíli, beter bekend als Stalin, en van Sergej Prokofjev op dezelfde dag, 5 maart 1953.

Want inderdaad, om met Galina Visjnevskaja te spreken: “Niemand kon toch de euvele moed hebben tegelijk met Stalin te sterven? […]. Het noodlot had niet gedoogd dat [Prokofjev] het genoegen zou smaken, te horen dat zijn kwelgeest dood was.”
Hoboïst Ivan Paisov en pianiste Natalia Sjtsjerbakova spelen Marina Dranisjnikova’s Poème uit 1953. Het werk schijnt niet zozeer geïnspireerd te zijn geweest door Stalins dood, als wel door een ongelukkige liefde voor een hoboïst. De faam van de componiste werd tijdens haar leven grotendeels overschaduwd door die van haar vader, een vriend van Prokofjev en dirigent van het Mariinski Theater die in 1928 de wereldpremière leidde van Moesorgski’s oorspronkelijke Boris Godoenov.
Het sterfbed van Stalin is beeldend beschreven door zijn dochter Svetlana in ‘Twintig Brieven aan een Vriend’. De paleisrevolutie die volgde beslechtte het lot van Lavrenti Beria, die de machtswisseling niet zou overleven. En ze markeerde het aantreden van Nikita Chroesjtsjov als de nieuwe partijleider.
Galina Visjnevskaja wijst er fijntjes op dat “de rode tsaar” stierf op de elfde verjaardag van de Zevende Symfonie van Sjostakovitsj. Voor de begrafenis moest Svjatoslav Richter worden overgevlogen uit de Kaukasus. Omdat het slecht weer was en alle overige burgertoestellen al vlogen om partijfunctionarissen naar de hoofdstad te brengen, was de pianist aangewezen op een vrachtvliegtuig dat afgeladen was met bloemen. Met David Oistrach speelde hij op de begrafenis de Eerste Vioolsonate van Sergej Prokofjev, als sluiks eerbetoon aan de grote componist, voor wiens uitvaart in de hele Sovjet-Unie nergens meer een boeket te krijgen was. U hoort deze sonate in een uitvoering van Oistrach met aan de piano Lev Oborin in een opname uit 1946.
Dmitri Sjostakovitsj componeerde het jaar ervoor zijn Vijfde Strijkkwartet, dat hij opdroeg aan het Beethoven Kwartet bij de gelegenheid van hun dertigjarig jubileum. U hoort dit kwartet in een uitvoering van dit strijkkwartet opus 92.
De componist zat in de ochtend van 6 maart 1953 te componeren in zijn werkkamer toen hij hoorde hoe de deur van de woning plotseling openging en snelle passen zijn kamer naderden. Zonder kloppen vloog de deur open en hij dook ineen. Politie? Toen zag hij dat het zijn zeventienjarige dochter Galina was en hij keek haar verwijtend aan. Nauwelijks vriendelijk vroeg hij wat er was. “Stalin is dood, ik heb het zojuist gehoord, beneden voor het huis van de sneeuwruimers, en ik hoef ook niet naar school.” Hij keek zijn dochter lang aan en vroeg toen stemloos: “Stalin is dood, zeg je?” “Ja!” Ze schreeuwde het bijna uit. “Wordt nu alles anders?” Sjostakovitsj knikte en antwoordde nauwelijks hoorbaar: “Ja, hopelijk.”
Hij keerde terug naar het symfonische werk dat hij had neergelegd na de karaktermoord die in 1948 op hem was gepleegd, en hij deed dat op de hem kenmerkende wijze. In de Tiende Symfonie introduceert hij als persoonlijk motief ‘D-Es-C-H’, de noten van de initialen van zijn naam die zich in volgend werk steeds zullen laten horen als een persoonlijke afrekening met Stalin en het stalinisme. Luistert u eerst naar dit werk, uitgevoerd door het Leningrads Filharmonisch Orkest met dirigent Jevgeni Mravinski.
Het werk ging in première op 17 december 1953, vier dagen voor Stalins verjaardag. Biograaf Krzysztof Meyer vertelt dat het tweede deel, “zijn kortste scherzo ooit, naar eigen zeggen een portret was van de misdadige tiran”.
Al tijdens het componeren liet Sjostakovitsj Mravinski weten dat er een nieuwe symfonie in de maak was. De dirigent zocht de componist op 29 september in Moskou op om getuige te zijn van de totstandkoming van dit “eerste werk dat na 1948 was ontstaan en zich van de ketenen wist te bevrijden van de resolutie ‘Over de opera “De grote vriendschap”’ en de besluiten van het congres van de Componistenbond”.
Stalin was een Georgiër en zijn lievelingsmuziek was zijn leven lang de soeliko, een Georgische dans. Wij besluiten met de Soeliko uit de Miniaturen voor strijkkwartet op Georgische volksmuziek van componist Soelchan Tsintzadze, uitgevoerd door het Georgisch Staatsstrijkkwartet.
1. Marina Vladimirovna Dranisjnikova (1929-1994).
Poème (1953).
Ivan Paisov, hobo, en Natalia Sjtsjerbakova, piano.
Naxos 8.570596.
2. Sergej Sergejevitsj Prokofjev (23.4.1891 – 5.3.1953).
Sonate nr. 1 voor viool en piano in f, opus 80 (1946): 1) Andante assai, 2) Allegro brusco, 3) Andante, 4) Allegrissimo.
David Oistrach, viool, Lev Oborin, piano.
Brilliant Classics David Oistrakh 100th Birthday Edition 9056/14.
Dmitri Dmitrijevitsj Sjostakovitsj (1906-1975).
3. Strijkkwartet nr. 5 in Bes groot, opus 92 (1952), aan het Beethoven Kwartet: 1) Allegro non troppo, 2) Andante, 3) Moderato.
Beethoven Kwartet: Dmitri Tsyganov, Vasili Sjirinski, viool. Vadim Borisovski, altviool. Sergej Sjirinski, cello.
Doremi DHR-7911-5.
4. Symfonie nr. 10 in e klein, opus 93 (1953): 1) Moderato, 2) Allegro, 3) Allegretto, 4) Andante, Allegro.
Leningrads Filharmonisch Orkest olv. Jevgeni Mravinski.
MEL CD 10 00774.
5. Soelchan Tsintsadze (Gori 23.8.1925 – Tbilisi, 15.9.1991).
“Soeliko (Mingreels slaapliedje”, Uit: 19 miniaturen voor strijkkwartet op Georgische volksmuziek.
http://www.georgian-music.com/free_music/classic.php.

Samenstelling:
close
Om deze functionaliteit te gebruiken moet u zijn. Heeft u nog geen account, registreer dan hier.

Maak een account aan

Wachtwoord vergeten?

Heeft u nog geen account? Registreer dan hier.

Pas het wachtwoord aan